Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.COÖPERATIEVE RABOBANK U.A.,
RABO GROEN BANK B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
€ 178,00(plus de verhoging zoals in de beslissing vermeld)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de vraag of Rabobank c.s. als hypotheekhouder vrij van pacht kan executeren, of dat er sprake is van een anterieure (doorlopende) pachtovereenkomst. Het hof oordeelt dat er geen anterieure pachtovereenkomst is. De zaak is ontstaan na de vestiging van een hypotheek in 2001, waarbij de ouders van [naam 1] een hypotheekrecht hebben gevestigd op verschillende percelen grond. In 2002 werd [naam 1] eigenaar van deze percelen door vermenging, waardoor de pachtovereenkomst tenietging. Het hof concludeert dat [appellant] geen beroep kan doen op artikel 3:264 lid 4 BW, omdat dit artikel niet van toepassing is op pachtovereenkomsten. Ook het beroep op ongerechtvaardigde verrijking wordt afgewezen, omdat [appellant] onvoldoende heeft aangetoond dat Rabobank c.s. onterecht zou zijn verrijkt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 1 februari 2023 en wijst de vorderingen van [appellant] af.