Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlasteleggingen
hij, op of omstreeks 5 juni 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een tot op heden onbekend gebleven persoon heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die onbekend gebleven persoon dreigend de woorden toe te voegen "Ik schiet je neer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij, op of omstreeks 5 juni 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een speelgoed vuurwapen zijnde een voorwerp dat grote gelijkenis vertoonde met een vuurwapen, te weten een UZI pistool;
hij op of omstreeks 2 november 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad
Vonnis waarvan beroep
Nietigheid van de inleidende dagvaarding
Bewijsoverweging zaak A feit 1
kon ontstaandat hij het leven zou kunnen verliezen respectievelijk zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen. Het is niet vereist dat de bedreiging in het concrete geval op de bedreigde een zodanige indruk heeft gemaakt dat werkelijk vrees is opgewekt. Wel moet de bedreiging van dien aard zijn en onder zulke omstandigheden zijn gedaan dat deze in het algemeen een dergelijke vrees kon opwekken.
Bewezenverklaring
hij op 5 juni 2021 te Amsterdam een tot op heden onbekend gebleven persoon heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die onbekend gebleven persoon dreigend de woorden toe te voegen "Ik schiet je neer";
Zaak B:
hij op 2 november 2021 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad