ECLI:NL:GHAMS:2025:625
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake opzetheling van een fiets en diefstal van een elektrische fiets
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1983, was aangeklaagd voor opzetheling van een fiets en diefstal van een elektrische fiets. De tenlastelegging bestond uit twee zaken: zaak A, waarin de verdachte op of omstreeks 1 augustus 2023 te Landsmeer een fiets heeft verworven, en zaak B, waarin hij op of omstreeks 30 januari 2024 een elektrische fiets van het merk Kogamyata heeft weggenomen. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat de verdachte momenteel in een kliniek is opgenomen en dat het opleggen van een straf zijn behandeling zou belemmeren.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman in overweging genomen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte in zaak B primair niet wettig en overtuigend bewezen is, en heeft hem daarvan vrijgesproken. Echter, het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in zaak A en in zaak B subsidiair schuldig is aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
Bij de bepaling van de straf heeft het hof rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Gezien de huidige stabiele situatie van de verdachte in de kliniek en zijn wens om daar te blijven, heeft het hof besloten om geen straf of maatregel op te leggen. Het vonnis van de politierechter is vernietigd en het hof heeft opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte niet strafbaar is gesteld voor de bewezenverklaarde feiten.