Het hof overweegt als volgt. Uit de stukken in het dossier en hetgeen ter zitting in hoger beroep is besproken, is het volgende gebleken. Betrokkene heeft op 2 april 2024 een door hem op 22 maart 2024 ondertekend verzoek tot onderbewindstelling bij de rechtbank ingediend in verband met het hebben van problematische schulden. Ook de te benoemen bewindvoerder, Stichting CAV, heeft in het Plan van Aanpak bewind aangegeven dat sprake is van problematische schulden. Deze schulden bestonden uit een schuld bij het Zilveren Kruis en een schuld bij Vattenfall. De schuld bij het Zilveren Kruis is jaren geleden ontstaan toen betrokkene na een verbroken relatie er alleen voor kwam te staan met zijn kinderen en nog geen eigen inkomen had. Betrokkene ontving vanaf juni 2015 een uitkering uit de Participatiewet en sindsdien lost hij op voornoemde schulden maandelijks een bedrag van € 95,09 af. Volgens het schuldenoverzicht van 21 juli 2024 bedroeg de schuld op dat moment nog € 2.128,24. Daarnaast heeft hij sinds september 2023 nog een schuld bij Vattenfall ter hoogte van € 4.911,44,-, met een overschrijding van het voorschot op de energiekosten met een bedrag van € 4.214,11, onder meer naar aanleiding van een niet zichtbare lekkage dan wel een defect in de binnenhuisinstallatie. Volgens voornoemd schuldenoverzicht is de hoogte van deze schuld nog € 2.096,-.
Betrokkene heeft zich in maart 2024 tot het Buurtteam [plaats A] (hierna: het buurtteam) gewend voor schuldhulpverlening. Aan betrokkene werd vervolgens meegedeeld dat hij, om hiervoor in aanmerking te komen, bewindvoering zou moeten aanvragen. Dit heeft betrokkene gedaan. Vervolgens heeft hij zich wederom tot het buurtteam gewend om hem te helpen met het aanvragen van een noodfonds tandartskosten en van een noodfonds energie in verband met zijn schuld bij Vattenfall.
De tandartskosten heeft betrokkene vergoed gekregen en op 8 mei 2024 kreeg betrokkene een bedrag van € 2.815,08 uit het Tijdelijk Noodfonds Energie toegekend dat in mindering is gebracht op zijn schuld bij Vattenfall. [X] laat in een emailbericht van 14 augustus 2024 aan de advocaat van betrokkene weten dat hij heeft geconstateerd dat betrokkene zelfredzaam is en geen problematische schulden meer heeft. Alle vaste lasten worden op tijd betaald en voor openstaande vorderingen zijn er maandelijkse betaalafspraken gemaakt die betrokkene ook nakomt. In zijn emailbericht van 10 februari 2025 heeft [X] aan de advocaat van betrokkene laten weten dat hij op het moment dat hij het dossier van betrokkene in behandeling nam, geen reden voor een onderbewindstelling zag. Ook [dochter 3] heeft in een emailbericht van 10 februari 2025 aan het hof meegedeeld de bewindvoering onterecht te vinden.
Betrokkene heeft, naar aanleiding van zijn met behulp van het buurtteam gedane verzoek, een compensatiebedrag ter hoogte van € 1.000,- ontvangen van woningbouwvereniging Eigen Haard ten behoeve van de afbetaling van zijn schuld bij Vattenfall. Ter zitting in hoger beroep heeft de bewindvoerder naar voren gebracht dat de schuld bij het Zilveren Kruis thans nog € 1.800,- bedraagt en de schuld bij Vattenfall nog € 1.000,-. Tot slot heeft betrokkene [in] 2024 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en ontvangt hij sindsdien een AOW-uitkering, die hoger is dan de uitkering die hij ontving op grond van de Participatiewet.