De man heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog zal bepalen en gelasten:
I: dat de echtelijke woning aan de [A-straat] aan de vrouw zal worden toegedeeld, waarbij de man wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid uit hoofde van de op de woning rustende hypothecaire geldlening en waarbij de vrouw ten tijde van de levering van het aandeel van de man bij de notaris meer dan de helft van de overwaarde in de verhouding 80% (voor de man) 20% (voor de vrouw), verminderd met de helft van de taxatiekosten aan de man, dient te voldoen alsmede de gemeentelijke belastingen en waterschapslasten na de peildatum 14 april 2019;
II: voor het geval de vrouw de woning niet zal overnemen en de woning niet binnen de genoemde termijn aan haarzelf laat toedelen, de woning zal worden verkocht aan een derde, dat de hypothecaire geldlening bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zal worden afgelost uit de verkoopopbrengst en dat de verkoopopbrengst, na aflossing van de hypothecaire geldlening, taxatiekosten en de betaling van de kosten van verkoop en overdracht, in de verhouding 80% (voor de man) 20% (voor de vrouw) dient te worden verdeeld;
III: dat deze verhouding ook heeft te gelden voor de verdeling van de woning aan de [B-straat] te [plaats A] , waarbij als de woning aan de man binnen de te noemen termijn wordt toebedeeld, de woning zal worden verkocht en uit de verkoopopbrengst de man 80% toekomt tegenover 20% voor de vrouw;
IV: dat de schuld uit de beperkte gemeenschap van partijen, zijnde € 12.859,- naar Roemeens recht aan de belastingdienst ter zake kinderopvangtoeslag wordt toegescheiden aan de man waarbij de vrouw wordt veroordeeld de helft, zijnde een bedrag van € 6.429,50 aan de man te voldoen;
V: de vrouw wordt veroordeeld om de helft van de kosten van de notaris (€ 605,-), in de kosten van IJI (€ 1.208,79,-) alsmede de vertaalkosten (€ 550,-), in totaal (€ 2.363,79:2 =) € 1.181,90 te voldoen;
VI: met veroordeling van de vrouw in de kosten van beide instanties, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.