ECLI:NL:GHAMS:2025:471

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
21 februari 2025
Zaaknummer
23-002702-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake beschadiging van een deur in een huisartsenpraktijk met voorwaardelijke geldboete

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1979, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van een deur die toebehoorde aan een huisartsenpraktijk in Andijk. De tenlastelegging betrof een incident op 14 februari 2022, waarbij de verdachte de deur had vernield. Tijdens de zitting op 6 februari 2025 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, maar heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn draagkracht. De politierechter had eerder een geldboete van € 225,00 opgelegd, subsidiair 4 dagen hechtenis. Het hof heeft besloten deze geldboete geheel voorwaardelijk op te leggen, gezien de omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 63 en 350 van het Wetboek van Strafrecht toegepast. Het vonnis van de politierechter is vernietigd, en de verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. Het arrest is uitgesproken in een openbare zitting, waarbij mr. Kwak niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002702-22
datum uitspraak: 20 februari 2025
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 19 mei 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-037954-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 6 februari 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 14 februari 2022 te Andijk, gemeente Medemblik, opzettelijk en wederrechtelijk een deur, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan huisartsenpraktijk [praktijk] en/of [slachtoffer], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 februari 2022 te Andijk, gemeente Medemblik, opzettelijk en wederrechtelijk een deur die aan huisartsenpraktijk [praktijk] toebehoorde heeft beschadigd.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 225,00, subsidiair 4 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 125,00.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon en de draagkracht van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de vernieling van een deur van een huisartsenpraktijk. Door zijn handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen en een voor de aanwezigen beangstigende situatie doen ontstaan.
De door de politierechter opgelegde geldboete acht het hof in beginsel passend. Echter, gelet op de draagkracht van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden zoals toegelicht ter zitting in hoger beroep, zal het hof de door de politierechter opgelegde geldboete geheel voorwaardelijk opleggen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 63 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 225,00 (tweehonderdvijfentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. N.R.A. Meerbeek en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. S. Abelsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 februari 2025.
Mr. Kwak is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.