Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
Primair
3.Feiten
Bijlage 1zijn aangehecht.’
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
- [naam 4] heeft het overzicht met 1.9 mio meegenomen naar [geïntimeerde] en met hem en [naam 7] besproken.
- Het was voor [geïntimeerde] en [naam 7] duidelijk dat in de 1.9. mio niet de stille reserves zaten noch alle verzekeringspenningen.’
badwillzou worden gerekend, ook dat wist [geïntimeerde] dus. [appellant 1] en [appellant 2] hebben voorts toegelicht dat zij ten tijde van het overeenkomen van de verkoopprijs (ook overigens) over dezelfde informatie beschikten als [geïntimeerde] en dat niet is gecontracteerd met een derde, maar met een tot kort daarvoor (volwaardig) bestuurder en aandeelhouder, die exact wist wat er in [appellant 1] en [appellant 2] speelde. In dat verband wijzen zij erop dat door onderhandeling een
all-inverkoopprijs is overeengekomen, waarbij alle destijds relevante feiten en omstandigheden, dus ook eventuele negatieve reserves en de (eventuele) meerwaarde van het land dat [appellant 2] in bezit had, moesten worden geacht te zijn ingecalculeerd. Voormeld betoog van [appellant 1] en [appellant 2] stemt overeen met de eigen stelling van [geïntimeerde] dat [appellant 1] en [appellant 2] een bedrag van € 1.750.000
all-inboden. Het stemt ook overeen met de eigen verklaring van [geïntimeerde] ter zitting in hoger beroep die erop neerkomt dat hij zich bij zijn bod niet alleen heeft laten leiden door het waarderingsoverzicht, maar zelf heeft beoordeeld wat hij de aandelen waard vond. Dat de koopprijs niet alleen op het waarderingsoverzicht van [naam 5] was gebaseerd, volgt ook uit het verslag van [naam 4] van 24 december 2021. [naam 4] heeft daarin opgemerkt dat de financiële onderbouwing van de koopprijs summier was, maar dat partijen desondanks een koopprijs zijn overeengekomen. Het volgt ook uit artikel 2.2 van de koopovereenkomst (zie onder 3.7 hiervoor). [geïntimeerde] heeft hier onvoldoende tegenovergesteld.
exitwel de kans kreeg uit te treden, waar de andere aandeelhouders dat nu niet meer kunnen omdat daarna daarvoor geen geld meer resteerde.
all-inaanbod van € 1.750.000 slechts één dag geldig was, en dat een gemaakt stappenplan niet is gevolgd, maakt het voorgaande niet anders.