ECLI:NL:GHAMS:2025:35
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake kinderalimentatie in het kader van onderbewindstelling
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de kinderalimentatie voor vier minderjarigen, te weten [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De rechtbank Noord-Holland had in een eerdere beschikking op 8 april 2024 bepaald dat de vader, die onder bewind is gesteld, € 150,- per kind per maand aan kinderalimentatie moest betalen. De vader heeft echter geen verweer gevoerd in de procedure bij de rechtbank. De bewindvoerder van de vader heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij het hof heeft geoordeeld dat de vader op dit moment geen kinderalimentatie kan betalen vanwege zijn bijstandsuitkering en de noodzaak om schulden af te lossen.
De procedure in hoger beroep begon op 24 juni 2024, en de zitting vond plaats op 30 oktober 2024. De bewindvoerder, vertegenwoordigd door R. Desaunois en mr. J.W.J. Hijnen, was aanwezig, evenals de moeder van de kinderen. De vader en moeder zijn de ouders van de vier minderjarigen, die bij de moeder wonen. De vader heeft problematische schulden, en de kantonrechter heeft zijn goederen onder bewind gesteld wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand.
Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd en de kinderalimentatie met ingang van 12 oktober 2023 op nihil gesteld. Dit besluit is genomen op basis van het ontbreken van draagkracht van de vader, die al zijn inkomen moet gebruiken voor het aflossen van schulden. Het hof heeft ook bepaald dat, voor zover de vader in de periode sinds 12 oktober 2023 enige betalingen heeft gedaan, deze niet teruggevorderd kunnen worden van de moeder, gezien haar financiële situatie.