ECLI:NL:GHAMS:2025:3421
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak poging moord na gebrek aan bewijs van aanwezigheid op de plaats delict
Op 18 december 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot moord op [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en hun dochter. De zaak was in hoger beroep aangespannen tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte en zijn medeverdachten waren betrokken bij een schietincident op 16 maart 2019, waarbij de slachtoffers werden beschoten. Het hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte en zijn medeverdachten ten tijde van de aanslag op de plaats delict aanwezig waren. Hoewel de medeverdachten betrokken waren bij de voorbereiding van de aanslag, zoals het uitvoeren van voorverkenningen en het verplaatsen van de vluchtauto, waren deze gedragingen niet van voldoende gewicht om te spreken van medeplegen van de poging tot moord. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, maar met een andere motivering voor de vrijspraak. De vordering tot gevangenneming van de verdachte werd afgewezen, aangezien hij werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.