Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
5 (vijf) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 augustus 2024. De verdachte, geboren in 2006, had hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling tot jeugddetentie voor de duur van 8 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging en de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, die zijn vernietigd. De verdachte was ten tijde van het feit net 18 jaar oud en het hof heeft besloten het jeugdstrafrecht toe te passen, gezien de omstandigheden van de verdachte en de ernst van het feit. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen, wat een onaanvaardbaar veiligheidsrisico met zich meebrengt. Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op 5 maanden jeugddetentie, rekening houdend met de detentieomstandigheden en de motivatie van de verdachte op school. Daarnaast is de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf met 1 jaar verlengd. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie.