ECLI:NL:GHAMS:2025:33
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlening van de machtiging tot uithuisplaatsing en verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 januari 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige]. De kinderrechter in de rechtbank Amsterdam had eerder op 30 april 2024 de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van een jaar verlengd tot 18 mei 2025. De vader en moeder van [minderjarige] hebben hiertegen hoger beroep aangetekend. De vader verzocht om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing af te wijzen, terwijl de moeder de bestreden beschikking wilde vernietigen. Het hof heeft beide zaken gevoegd en op 24 oktober 2024 een mondelinge behandeling gehouden. De ouders hebben in het verleden meerdere keren hulpverlening ontvangen, maar de zorgen over de opvoedsituatie zijn niet weggenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de zorg voor [minderjarige] op zich te nemen, wat heeft geleid tot de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij het belang van [minderjarige] voorop staat. De ouders hebben niet aangetoond dat zij in staat zijn om de noodzakelijke stabiliteit en zorg te bieden die [minderjarige] nodig heeft. De raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de bestreden beschikking te bekrachtigen, gezien de impact van de eerdere uithuisplaatsingen op [minderjarige].