ECLI:NL:GHAMS:2025:3075

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2025
Publicatiedatum
14 november 2025
Zaaknummer
23-002939-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging wegens schending gelijkheidsbeginsel

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1972, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak die betrekking had op de teelt van hennepplanten. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk telen, verkopen en vervoeren van een grote hoeveelheid hennepplanten, wat in strijd is met de Opiumwet. Tijdens de zitting heeft de raadsvrouw van de verdachte als preliminair verweer aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moet worden in de vervolging, omdat deze in strijd zou zijn met het gelijkheidsbeginsel. De advocaat-generaal steunde dit verweer. Het hof heeft de argumenten van de raadsvrouw en de advocaat-generaal overwogen en is tot de conclusie gekomen dat de vervolging inderdaad in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Deze beslissing is genomen na zorgvuldig onderzoek en afweging van de ingediende vorderingen en argumenten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002939-23
datum uitspraak: 31 oktober 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 november 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-086915-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 oktober 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zij in of omstreeks 1 januari 2016 tot en met 15 december 2021 te Amstelveen, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 66 hennepplanten, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

De raadsvrouw heeft als preliminair verweer aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging, nu de vervolging van de verdachte – gelet op de sepotbeslissing van het openbaar ministerie van 12 mei 2025 ten aanzien van de medeverdachte – in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.
De advocaat-generaal heeft de niet-ontvankelijkheidverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging gevorderd.
Het hof is met de raadsvrouw en de advocaat-generaal van oordeel dat de vervolging van de verdachte in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het hof verklaart het openbaar ministerie om die reden niet-ontvankelijk in de vervolging.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart het openbaar ministerie ter zake van het tenlastegelegde niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, mr. M.T.C. de Vries en mr. C. Beuze, in tegenwoordigheid van mr. S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 oktober 2025.
mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg, mr. C. Beuze en de griffier
zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.