3.1Bij de voorzieningenrechter heeft de vrouw (in conventie) gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen:
I. dat de man wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de woning te verlaten en verlaten te houden, met al zijn eigendommen, tot het moment dat in een bodemprocedure over de verdeling van de woning is beslist, waarbij de man de sleutels aan de vrouw ter beschikking moet stellen en voorts zal bepalen dat de man de woning niet mag betreden met ingang van de datum van het vonnis,
II. dat de man, als hij niet vrijwillig aan de uitvoering van dit vonnis meewerkt, door de sterke arm van de politie uit de woning kan worden verwijderd,
III. dat de man, de reservesleutel van de auto, Dacia Sandero, met kenteken [kenteken] aan de vrouw moet afgeven binnen 24 uur na het vonnis, op straffe van een dwangsom,
IV. dat de kosten worden gecompenseerd.
Bij de voorzieningenrechter heeft de man (in reconventie)
primairgevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad te bepalen dat:
1. de vrouw wordt veroordeeld om binnen 14 dagen na de datum van het vonnis de door haar
genoemde bodemprocedure betreffende de verdeling van de eenvoudige gemeenschap te starten,
2. ieder der partijen voor de duur van die bodemprocedure per periodevan 14 dagen om en om van dinsdag 9.00 uur tot en met de daarop volgende dinsdag 9.00 uur met uitsluiting van de ander het voorlopig gebruik van de echtelijke woning krijgt toegewezen,
3. de partij die conform het onder 2 bepaalde het gebruik van de woning heeft de voorlopige zorg voor de kinderen zal dragen (voor [kind 2] indien en zover hij er voor kiest om in de woning te verblijven als de man het gebruik van de woning heeft),
4. ieder der partijen ingeval van toewijzing van de vordering sub 2 zal worden veroordeeld om ingaande 1 maart 2025 de helft van de vaste lasten en gemeenschappelijke schulden te dragen/betalen, waaronder in elk geval de hypothecaire verplichtingen, de energiekosten, de verzekeringen betreffende de woning, de schuld(en) van partijen (in elk geval de schuld bij Santander), de gemeentelijke belastingen betreffende de woning en daaraan gerelateerd
rechten, water- en waterschapslasten, een en ander zonder verdere verrekening met de ander;
5. de vrouw wordt veroordeeld om alle kosten betreffende de bij haar in gebruik zijnde auto zelf en zonder verrekening met de man te dragen;
6. de vrouw wordt verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de man eigendommen van de man, inboedelgoederen en/of andere goederen die van partijen gemeenschappelijk zijn te koop aan te bieden, op straffe van een dwangsom,
7. de vrouw wordt veroordeeld om harerzijds binnen 10 dagen na de datum van het vonnis
makelaarskantoor [X] te [plaats A] opdracht te verstrekken tot taxatie
van de gemeenschappelijke woning van partijen,
8. de vrouw wordt veroordeeld om na verrichting van de taxatie en na het rondkrijgen van de
financiering door de man voor de uitkoop van de vrouw voor haar aandeel in de gemeenschappelijke woning binnen 10 dagen na het eerste verzoek van de man haar medewerking te verlenen aan de levering van haar aandeel in de gemeenschappelijke woning waarbij het door de man aan de vrouw te betalen uitkoopbedrag dient te worden bepaald volgens de volgende rekensom:
* (het door [X] te [plaats A] bepaalde taxatiebedrag minus het nominaal door de man vanuit privé vermogen ingelegde bedrag van € 45.000,- minus de resterende bedragen van de 3 hypothecaire geldleningen) * 50%, zulks onder voorwaarde dat de vrouw ter gelegenheid van die levering door de hypotheekbank wordt ontslagen uit haar hoofdelijke verplichting tot terugbetaling van de hypothecaire geldleningen,
9. de vrouw wordt veroordeeld om de thans nog gemeenschappelijke woning op de dag van de
levering van haar aandeel in de woning te ontruimen en ontruimd te houden,
10. de vrouw wordt veroordeeld tot betaling van een dwangsom aan de man voor iedere dag, en gedeelte van een dag voor een hele gerekend, dat zij met de voldoening aan enig onderdeel
van de veroordelingen sub 7 tot en met 10 van het vonnis in gebreke blijft.
Subsidiair- in het geval de voorzieningenrechter het voorlopig gebruik van de
gemeenschappelijke woning voor de duur van de nog te starten bodemprocedure volledig
aan de vrouw zou toewijzen, heeft de man gevorderd te bepalen dat:
1. de vrouw wordt veroordeeld om binnen 14 dagen na de datum van het vonnis de door haar
benoemde bodemprocedure betreffende de verdeling van de eenvoudige gemeenschap te
starten;
2. tussen [kind 1] en de man een voorlopige zorgregeling zal zijn waarbij [kind 1] bij de man zal verblijven eenmaal per 14 dagen van 13.00 uur tot 19.00 uur (de man heeft geen slaapplaats) op de dag in het weekend dat [kind 1] geen handbalwedstrijd heeft en verder zo vaak zij zelf bij haar vader wil en kan zijn;
3. de vrouw wordt veroordeeld om ingaande 1 maart 2025 zonder verrekening met de man te
betalen:
* alle vaste- en gebruikerslasten betreffende de gemeenschappelijke woning, waaronder in elk
geval de hypothecaire verplichtingen, de energiekosten, de verzekeringen betreffende de
woning, de gemeentelijke belastingen betreffende de woning en daaraan gerelateerd rechten,
water- en waterschapslasten;
* de helft van de schuld(en) van partijen, waaronder in elk geval hun schuld bij Santander,
4. de vrouw wordt veroordeeld om alle kosten betreffende de bij haar in gebruik zijnde auto zelf en zonder verrekening met de man te dragen;
5. de vrouw wordt verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de man eigendommen van de man, inboedelgoederen en/of andere goederen die van partijen
gemeenschappelijk zijn te koop aan te bieden, op straffe van een dwangsom,
6. de vrouw wordt veroordeeld om harerzijds binnen 10 dagen na datum vonnis makelaarskantoor [X] te [plaats A] opdracht te verstrekken tot taxatie van de gemeenschappelijke woning van partijen;
7. de vrouw wordt veroordeeld om, na verrichting van de taxatie en na het rondkrijgen van de
financiering door de man voor de uitkoop van de vrouw voor haar aandeel in de
gemeenschappelijke woning, binnen 10 dagen na het eerste verzoek van de man haar medewerking te verlenen aan de levering van haar aandeel in de gemeenschappelijke woning waarbij het door de man aan de vrouw te betalen uitkoopbedrag dient te worden bepaald volgens de volgende rekensom:
* (het door [X] te [plaats A] bepaalde taxatiebedrag minus het
nominaal door de man vanuit privé vermogen ingelegde bedrag van € 45.000,- minus de
resterende bedragen van de 3 hypothecaire geldleningen) * 50%, zulks onder voorwaarde dat de vrouw ter gelegenheid van die levering door de hypotheek bank wordt ontslagen uit haar hoofdelijke verplichting tot terugbetaling van de hypothecaire geldleningen;
8. de vrouw wordt veroordeeld om de thans nog gemeenschappelijke woning op de dag van de
levering van haar aandeel in de woning te ontruimen en ontruimd te houden;
9. de vrouw wordt veroordeeld tot betaling van een dwangsom aan de man voor iedere dag dat
zij met de voldoening aan enig onderdeel van de veroordelingen sub 6 tot en met 8 van het
vonnis in gebreke blijft.