ECLI:NL:GHAMS:2025:2910
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter Amsterdam, niet-ontvankelijkheid verdachte
Op 14 oktober 2025 heeft het gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 3 maart 2025 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1998, die in hoger beroep ging tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 14 oktober 2025 heeft de advocaat van de verdachte het hof per e-mail geïnformeerd dat de verdachte afziet van het hoger beroep en dit wenst in te trekken. De raadsman verzocht het hof om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, aangezien de zaak al was aangevangen en er geen rechtens te respecteren belang meer was om de zaak verder te onderzoeken. Het hof heeft deze verzoeken in overweging genomen en vastgesteld dat de verdachte de eerder ingediende grieven niet langer handhaaft. Gezien het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig, en is uitgesproken tijdens de openbare zitting op dezelfde datum.