ECLI:NL:GHAMS:2025:2831

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 oktober 2025
Publicatiedatum
21 oktober 2025
Zaaknummer
23-000166-25
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de aanwezigheid van hennep, hasjiesj, joints en munitie in de woning van de verdachte te Zandvoort

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1976, werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen, waaronder hennep, hasjiesj, joints en hennepolie, evenals het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De feiten vonden plaats op 6 augustus 2021 in Zandvoort, waar de verdachte in een woning verbleef. Tijdens een politieactie, die volgde op een anonieme melding, werden de verdovende middelen en het vuurwapen aangetroffen. De verdachte ontkende kennis te hebben van de in de woning aangetroffen goederen en stelde slechts tijdelijk in de woning te verblijven. Het hof oordeelde dat de verdachte niet aannemelijk kon maken dat hij geen wetenschap had van de aanwezige verdovende middelen en het vuurwapen. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en legde een gevangenisstraf van negen maanden op, waarbij het hof de ernst van de feiten en de impact op de samenleving in overweging nam. De verdachte werd ook vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000166-25
datum uitspraak: 21 oktober 2025
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 13 januari 2025 in de strafzaak onder parketnummer 15-212141-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
adres: [adres 1] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 7 oktober 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
Tenlastelegging
Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:

1.hij, op of omstreeks 6 augustus 2021 te Zandvoort opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer

  • 1894 joints en/of
  • 207 gram hennepolie en/of
  • 552 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en/of
  • 22079 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,
zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.hij, op of omstreeks 6 augustus 2021 te Zandvoort een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten semi-automatisch pistool, van het merk Springfield, type U.S.A. XDS, kaliber 9 millimeter, zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;

3.hij, op of omstreeks 6 augustus 2021 te Zandvoort, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 12, kogelpatronen van het kaliber 9x19 millimeter, voorhanden heeft gehad.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter. Het hof merkt op dat in de aantekening van het mondeling vonnis van de politierechter de onjuiste – niet gewijzigde – tenlastelegging is opgenomen.
Standpunt verdediging met betrekking tot de bewijsgaring
De raadsman heeft betoogd dat in deze zaak sprake is geweest van een onrechtmatig politieoptreden, meer in het bijzonder dat sprake is geweest van onregelmatigheden bij het binnentreden en de doorzoeking van de woning in Zandvoort waar de verdachte verbleef. Kort samengevat heeft de raadsman aangevoerd dat bij het binnentreden van de woning door de politieambtenaren – zonder machtiging van de rechter-commissaris tot doorzoeking – toch onmiddellijk een doorzoeking heeft plaatsgevonden. Het gevolg hiervan is volgens de raadsman dat er sprake is van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zodat de resultaten van het opsporingsonderzoek in deze zaak niet als bewijs kunnen worden gebruikt [het hof begrijpt:
van het bewijs uitgesloten dienen te worden].
Het hof overweegt als volgt.
Van de verdediging mag worden verlangd, als zij een beroep doet op een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv, dat duidelijk en gemotiveerd aan de hand van de in het tweede lid van die bepaling vermelde factoren wordt aangegeven tot welk in artikel 359a Sv omschreven rechtsgevolg dit dient te leiden. De eerste factor is he
t belang dat het geschonden voorschrift dient. De tweede factor is
de ernst van het verzuim. De derde factor is
het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt. Alleen op een zodanig verweer is de rechter gehouden een met redenen omklede beslissing te geven (vgl. HR 30 maart 2004, ECLI:NL:HR:2004:AM2533).
De raadsman heeft op grond van artikel 359a Sv bewijsuitsluiting bepleit, evenwel zonder zich kennelijk rekenschap te geven van de gevallen waarin dit rechtsgevolg in aanmerking kan komen volgens de uitspraak van de Hoge Raad van 19 februari 2013 (ECLI:NL:HR:2013:BY5322). Voorts heeft de raadsman zijn beroep op toepassing van artikel 359a Sv niet gemotiveerd aan de hand van alle in artikel 359a Sv bedoelde factoren. Nu het betoog van de raadsman niet voldoet aan de daaraan volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad te stellen eisen behoeft het aangevoerde verder geen bespreking.
Gezien het zojuist overwogene, merkt het hof ten overvloede op dat uit het dossier niet blijkt dat dat de politieambtenaren “hun boekje te buiten zijn gegaan”. Er is volgens het dossier binnengetreden ter inbeslagneming in het bijzijn van een hulpofficier van justitie. Het is geoorloofd om in het kader van dit binnentreden ter inbeslagneming – dus voordat een door de rechter-commissaris verleende machtiging tot doorzoeking is afgegeven – een emmer naar te buiten nemen en in beslag te nemen. Dit geldt te meer nu de politie over informatie beschikte dat emmers met hennep de woning in gebracht waren en de politie daarom ter plaatse was.
Bewijsoverweging
De verdachte heeft aangevoerd dat hij geen wetenschap had van de in de woning aangetroffen verdovende middelen en het vuurwapen met munitie. Naar zijn zeggen verbleef de verdachte pas twee dagen in de woning, die van een kennis was. De verdachte was met zijn vriendin teruggekomen van een vakantie in Italië, waar hij een Covid-besmetting had opgelopen. Omdat hij zijn in Nederland achtergebleven kinderen wilde beschermen, is hij direct na terugkomst in quarantaine gegaan in de woning van zijn kennis. De verdachte heeft gesteld dat hij de hennep niet heeft geroken als gevolg van de Covid-besmetting. De verdovende middelen (hennep, hennepolie, joints) zaten in dozen of lagen in kasten; de verdachte stelt deze niet te hebben opgemerkt tijdens zijn verblijf in de woning. De raadsman heeft in aansluiting hierop gesteld dat de politieambtenaren de verdovende middelen in het zicht hebben gelegd en gefotografeerd, zodat lijkt dat deze ook voor de verdachte in het zicht moeten hebben gelegen. Het laatste is dus niet het geval volgens de raadsman.
Naar het oordeel van het hof staat op grond van de bewijsmiddelen met voldoende zekerheid vast dat de verdachte de verdovende middelen, het vuurwapen en de munitie voorhanden heeft gehad. De politie gaat ter plaatse nadat er een anonieme melding is gedaan dat een persoon met emmers hennep van een auto naar een woning liep. Verbalisanten treffen de verdachte bij de betreffende woning aan en als zij hem naar de emmers met hennep vragen doet de verdachte een emmer open en herkennen de verbalisanten de geur van hennep. Vervolgens wordt de auto uit de melding, een Volvo die op de naam van de verdachte staat, doorzocht en vinden verbalisanten daarin elektrasystemen, waarvan bekend is dat deze gebruikt worden bij het kweken van hennep. Daarop wordt in overleg en met machtiging van de ter plaatse gearriveerde hulp officier van justitie besloten tot het binnentreden van de woning. Blijkens een proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 7) geeft de verdachte desgevraagd aan de hulp officier van justitie aan, dat in het nachtkastje een pistool ligt en de patroonhouder in de kledingkast.
Na onder andere het aantreffen van meerdere zakken hennep in een open doos en het waarnemen van een sterke hennepgeur in de woning, wordt de situatie bevroren. Vervolgens wordt na een daartoe verkregen machtiging van de rechter-commissaris de woning doorzocht en worden de goederen aangetroffen zoals deze in de bewezenverklaring zijn opgenomen.
Het hof heeft geen reden te twijfelen aan de op ambtseed opgemaakte processen-verbaal. Het hof gaat daarmee ook ervan uit dat de verdachte zelf heeft verklaard dat een vuurwapen en een patroonhouder in de woning lagen en dat hij dit dus wist en deze voorwerpen dus ook voorhanden heeft gehad.
Verdachte heeft tijdens de zitting in hoger beroep verklaard dat hij maar een paar dagen in de woning verbleef, dat hij alleen zijn persoonlijke spullen van de vakantie in tassen in de woning had staan en niets gemerkt heeft van de verdovende middelen die daar aanwezig waren. Deze verklaring acht het hof gelet op de omvang en uiteenlopende verpakkingen en verschijningsvormen van de aangetroffen verdovende middelen echter niet aannemelijk, ook gelet op wat er verder nog in de woning is aangetroffen en waar deze goederen zijn gevonden. Zo vonden verbalisanten in een kast in de woonkamer/keuken een brief van de Belastingdienst die aan de verdachte gericht was, en in een kast in een van de slaapkamers werd een pakketje aangetroffen dat aan de verdachte was gericht en was geadresseerd in Zandvoort.
Al met al acht het hof wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierna vermeld.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.hij op 6 augustus 2021 te Zandvoort opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer

  • 1894 joints en
  • 207 gram hennepolie en
  • 552 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en
  • 18200 gram hennep,
zijnde hasjiesj en hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.hij op 6 augustus 2021 te Zandvoort een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten semi-automatisch pistool, van het merk Springfield, type U.S.A. XDS, kaliber 9 millimeter, voorhanden heeft gehad;

3.hij op 6 augustus 2021 te Zandvoort, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 12, kogelpatronen van het kaliber 9x19 millimeter, voorhanden heeft gehad.

Hetgeen onder 1, 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
De bewezenverklaarde feiten zijn gegrond op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat. Deze bewijsmiddelen zijn – ook in hun onderdelen – telkens gebezigd tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
1.
Een proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren, doorgenummerde pagina’s 4 en 5.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisanten (of één van hen):
Op 6 augustus 2021 begaven wij ons naar de [adres 2] te Zandvoort. Aldaar zou volgens een anonieme melder een persoon witte emmers vol hennep van zijn auto, een Volvo voorzien van kenteken [kenteken] , naar zijn woning verplaatst hebben, alwaar hij de hennep zou verpakken in kleine verpakkingen. Het betreft een beneden appartement en voor de woning stonden een witte bus en jetski die ook van de bewoner zouden zijn.
Wij kwamen ter plaatse bij een parkeerplaats gelegen aan de [adres 2] die grenst aan de appartementen [adres 3] . Wij zagen aldaar in een parkeervak de Volvo voorzien van kenteken [kenteken] . Ik bevroeg het kenteken middels mijn diensttelefoon in BVI-IB. Ik zag dat het voertuig op naam stond van [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] . Ik zag dat deze voor perceel [adres 3] stonden.
Wij zagen dat er een man uit de woning [adres 3] stapte. Hij kwam naar buiten en vroeg of hij ons kon helpen. Ik vroeg hem of hij ons kon zeggen van wie de personenauto's op de parkeerplaats waren. Wij hoorden hem zeggen dat de Volvo van hem was. Ik vroeg hem naar de witte emmers hennep. Ik zag twee emmers buiten naast de achterdeur van de woning staan. Ik zag dat de man de deksel van één witte emmer opendeed en de emmer leeggooide. Ik zag dat er hennepgruis uit deze emmer kwam. Wij roken hierop de ons ambtshalve bekende geur van hennep. Ik heb hierop de tweede emmer geopend. Ik zag hierin gevacumeerde zakken henneptoppen.
Ik besloot om de genoemde Volvo te doorzoeken. In de achterbak trof ik een geopende DHL doos met als afleveradres [adres 4] , dit betreft het GBA-adres van de verdachte. In deze doos zag ik, verbalisant meerdere drivers van elektrasystemen. Het is ons bekend dat deze gebruikt worden bij assimilatielampen die gebruikt worden bij hennepkwekerijen.
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren, doorgenummerde pagina’s 6 tot en met 8.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisanten (of één van hen):
Volgens een melding op 6 augustus 2021 zou iemand witte emmers met hennep vanuit een auto naar een woning lopen. Het zou om witte emmers gaan. De auto waar het uit zou komen was een Volvo, voorzien van kenteken [kenteken] . Dit voertuig stond op naam van [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] . Deze zouden beiden voor de woning staan waar de emmers naar binnen gebracht werden. Volgens de melder was de persoon die de emmers naar binnen liep op dat moment in de woning aanwezig. Nadien gezien betreft dit de achtzijde van een woning aan het [adres 5] te Zandvoort. De achterzijde van deze woning komt dus uit op de parkeerplaats aan de [adres 2] te Zandvoort.
Diezelfde dag kwamen wij ter plaatse. Ik zag dat de man [het hof begrijpt:
de verdachte] waarmee collega in gesprek was een witte emmer pakte vanaf zijn terras. Ik zag dat hij de deksel eraf haalde en deze leeg gooide op straat. Ik zag dat collega hierna een andere emmer pakte. Dit betrof ook een witte emmer die kennelijk ook buiten stond. Deze emmer pakte hij weg net onder het raam van de woning vandaan. Ik rook een zeer sterke hennepgeur. Ik ben ambtshalve bekend met de geur van hennep. Ik ben bij meerdere hennepkwekerijen binnen geweest. Ik keek in de emmer en zag dat deze gevuld was tot de rand met hennep. Deze was verpakt in een gevaccumeerde plastic zak.
Ik hoorde de man zeggen dat hij in de woning verbleef waar we op dat moment voor stonden. Zijn vriendin zat binnen. Op de vraag van de HOVJ of er goederen in de woning lagen die gevaar konden opleveren, hoorde ik de man zeggen dat hij een pistool in de slaapkamer had liggen. Ik hoorde de man zeggen dat hij het pistool in het nachtkastje had liggen en de patroonhouder in de kledingkast lag.
Wij zijn de woning binnengegaan. Aan het eind van de gang zagen wij een gesloten deur aan de linker kant. Bij het openen van de deur zagen wij dat we uitkwamen in een (kinder) slaapkamer. We zagen hier een stapelbed staan. Wij roken gelijk een sterke hennepgeur uit deze slaapkamer komen. Wij zijn ambtshalve bekend met de geur van hennep. Bij binnenkomst van deze slaapkamer zagen wij, gelijk aan de rechter kant een stapel bruine dozen staan. In de slaapkamer zagen wij uit een van de eerder genoemde dozen een zak met hennep uitsteken. Ik keek in de doos en zag meerdere zakken hennep.
Na het horen van het aantreffen van de doos met hennep, besloot de HOVJ tot het bevriezen van de situatie.
3.
Een proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, doorgenummerde pagina’s 9 tot en met 12.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op 6 augustus 2021 werd aan het [adres 5] te Zandvoort een doorzoeking geopend.
Kamer A is zoals gezegd de woonkamer inclusief de keuken. Een korte weergave van de in beslag genomen goederen hieronder:
- Hasjblok 21 gram
- S&B 9mm munitie lx
- Geco Luger 9mm munitie 2x
- Hennep Gruis
- Hennepolie 2 potjes
- Hasj 20 gram
- Potje met gruis 212 gram (incl potjes)
- 4 blokken hasj van 0,1 kg per stuk
- 83 joints met gele verpakking
- 87 joints met groene verpakking
- 0,4 kg gruis in wit bakje
- 0,1 kg gruis in sealbag
- 0,25kg henneptoppen en bladeren in zak
- 0,1 kg hasj in bakje
Kamer B is zoals gezegd slaapkamer 1, meteen de eerste slaapkamer aan de linkerkant van de hal. Een korte weergave van de in beslag genomen goederen hieronder:
- Vuurwapen
- Patronenhouder met 9x 9mm
- Zak met 1,2 kilo hennep
- Zak met 1,1 kilo hennep
- Zak met 1 kilo hennep
- Zak met 0,9 kilo hennep
- 100 joints in groene verpakking
- 51 joints in gele verpakking
- 0,7 gram gruis in zak
Kamer C is zoals eerder gezegd slaapkamer 2, vanaf de hal gezien de derde deur aan de linkerkant. Een korte weergave van de in beslag genomen goederen hieronder:
- 5 zakken met totaal 6 kilo hennep
- 4 zakken met totaal 4,8 kilo hennep
- 1 zak met 1 kg lemon hennep
- 1 zak met 0,5 kilo hennep
- 134 joints gele dop
- 434 Joints met gouden dop
- 76 joints, bruine flu met witte tip
- 324 joints met opschrift 24k
- 731 joints met oranje dop
- 5 joints met groene tip
- 150 joints met blauwe tip
- Hasj 25 gram
- Hasj 32 gram
- Henneptoppen 11 gram
4.
Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming van 6 augustus 2021, doorgenummerde pagina 142.
Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Op 6 augustus 2021 is op de [adres 5] te Zandvoort het volgende in beslag genomen.
Volgnummer 1
Aantal : 2 stuks
Totale hoeveelheid : 207 gram
Bijzonderheden : 2 potjes met hennepolie
Eigenaar : [verdachte]
5.
Een proces-verbaal onderzoek wapen van 3 januari 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar, doorgenummerde pagina’s 116 tot en met 120.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op 6 augustus 2021 werd in Zandvoort een vuurwapen met munitie in beslag genomen.
Nader onderzoek wijst mij uit dat het voorwerp een vuurwapen betreft. Het is een vuurwapen in de vorm van een Semi-automatisch pistool. Het wapen heeft het kaliber van 9x19 Millimeter (9 millimeter Nato/ 9 millimeter para/ 9 millimeter luger). Op het wapen is onder andere de volgende tekst te lezen "Springfield armory U.S.A XDS made in Croatia 3,3 springfield inc geneseo, il cal 9x19". Gezien het vorenstaande is dit pistool een vuurwapen, in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet Wapens en Munitie.
Bij het vuurwapen tref ik negen (9) kogelpatronen aan in het kaliber 9x19 millimeter. Negen (9) van deze patronen zijn voorzien van het bodemstempel ; "Geco 9mm luger". Drie (3) van deze patronen zijn voorzien van het bodemstempel: "S&B 12 9x19". Deze munitie is munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet Wapens en Munitie.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straf
De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van een enorme hoeveelheid hennep, hasjiesj, joints en hennepolie. Het is algemeen bekend dat gebruik van hennep en hieraan gerelateerde producten schadelijke gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de gebruikers. Daarnaast ontstaat door het bezit van softdrugs en de daarmee samenhangende handel, schade en (veelal criminele) overlast voor de samenleving. Hiernaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van een vuurwapen en munitie. Verboden wapenbezit brengt in het algemeen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van de openbare orde en individuele personen met zich en moet dan ook worden bestreden en bestraft. Het zijn ernstige strafbare feiten en juist de combinatie ervan is gevaarlijk en zorgwekkend.
Bij het bepalen van de strafmodaliteit en de hoogte van de straf heeft het hof gelet op straffen die voor soortgelijke feiten plegen te worden opgelegd en op de oriëntatiepunten die voor dit soort feiten zijn vastgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Zowel de bewezenverklaarde hoeveelheden hasjiesj/hennep als het vuurwapenbezit vallen in de LOVS-categorieën waarin reeds voor ‘first offenders’ onvoorwaardelijke gevangenisstraf is geïndiceerd. De door de politierechter opgelegde taakstraf, die ook door de advocaat-generaal is gevorderd in hoger beroep, doet onvoldoende recht aan de ernst van de feiten. Het hof is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gezien de ernst van de bewezenverklaarde feiten op zijn plaats is.
In strafmatigende zin houdt het hof enigszins rekening met het tijdsverloop sinds het plegen van de bewezenverklaarde feiten.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslag
Onder verdachte zijn de nader in het dictum gespecificeerde voorwerpen in beslag genomen.
Het hof is van oordeel dat de in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten de droogmolen en het verpakkingsmateriaal dienen te worden verbeurdverklaard, nu deze voorwerpen bestemd zijn tot het begaan van het onder 1 bewezenverklaarde feit.
De onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten zijn begaan met betrekking tot het wapen, de patroonhouder, de verdovende middelen en de munitie. Deze in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zullen aan het verkeer worden onttrokken aangezien deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en/of de wet.
Van de overige in beslag genomen voorwerpen gelast het hof de bewaring ten behoeve van de rechthebbende.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, de artikelen 33 en 33a van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 1 STK Droogmolen;
  • 1 STK Verpakkingsmateriaal.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 1 STK Wapen;
  • 1 STK Patroonhouder;
  • 21 GR Verdovende Middelen;
  • 160 GR Verdovende Middelen;
  • 2 STK Verdovende Middelen;
  • 400 GR Hashish;
  • 2 STK Munitie;
  • 1 STK Munitie;
  • 20 GR Hashish;
  • 212 GR Hennep;
  • 100 STK Hennep;
  • 83 STK Verdovende Middelen;
  • 87 STK Verdovende Middelen;
  • 1 STK Hennep;
  • 1 STK Hennep;
  • 1 STK Hennep;
  • 1 STK Hennep;
  • 1 STK Hashish;
  • 1,2 KG Hennep;
  • 1,1 KG Hennep;
  • 1 KG Hennep;
  • ,9 KG Hennep;
  • 100 STK Hennep;
  • 51 STK Hennep;
  • ,7 KG Hennep;
  • 5 STK Hennep;
  • 4 STK Hennep;
  • 1 STK Hennep;
  • 1 STK Hennep;
  • 134 STK Verdovende Middelen;
  • 434 STK Verdovende Middelen;
  • 76 STK Verdovende Middelen;
  • 150 STK Verdovende Middelen;
  • 5 STK Verdovende Middelen;
  • 731 STK Verdovende Middelen;
  • 1 STK Verdovende Middelen;
  • 1 STK Verdovende Middelen;
  • 1 STK Verdovende Middelen;
  • 99 STK Verdovende Middelen;
  • 39 STK Verdovende Middelen;
  • 3 STK Verdovende Middelen;
  • 100 GR Hennep;
  • 1 STK Hennep;
  • 1 STK Verdovende Middelen;
  • 30 STK Verdovende Middelen;
  • 9 STK Verdovende Middelen.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
  • 4.000 EUR;
  • 1 STK Horloge;
  • 1 STK Horloge;
  • 33 STK Rookwaar;
  • 1 STK GSM;
  • 1 STK GSM;
  • 50 STK Rookwaar;
  • 8 STK Armatuur.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. M.J.A. Plaisier en mr. M.T.C. de Vries, in tegenwoordigheid van
mr. R.J. den Arend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
21 oktober 2025.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]