Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
- de minderjarige [minderjarige 1] , geboren [in] 2019 te [plaats C] (hierna: [minderjarige 1] ),
- de minderjarige [minderjarige 2] , geboren [in] 2021 te [plaats D]
1.De zaak in het kort
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
- de moeder verboden om met de kinderen te verhuizen naar de [A-straat] ( [postcode 1] ) [plaats A] ;
- bepaald dat de moeder per dag dat zij in gebreke blijft het verhuisverbod na te komen een onmiddellijk opeisbare dwangsom verbeurt ten bedrage van € 750,- met een maximum van € 50.000,-.
[A-straat] ;
- de bestreden beschikking te bekrachtigen, met uitzondering van de afwijzing van zijn verzoek om de moeder te verbieden zonder kinderen te verhuizen;
- alsnog toe te wijzen zijn verzoek om de moeder terstond/terstond met de betekening van deze beschikking te verbieden om (met en) zonder kinderen te verhuizen naar het door haar gewenste adres in [plaats A] ;
- de moeder te gebieden om met de kinderen in of binnen een straal van maximaal 15 km van [plaats F] te blijven wonen, met inschrijving van de kinderen op haar adres, dan wel naar [plaats F] of binnen een straal van 15 km van [plaats F] terug te verhuizen, met inschrijving van de kinderen op haar adres, en haar tevens te gebieden tot het onverkort en volledig nakomen van de tussen partijen geldende zorgregeling vanuit [plaats F] of binnen een straal van 15 km vanaf [plaats F] , zulks op straffe van door de moeder nieuw te verbeuren dwangsommen van € 1.500,- per dag, een dagdeel daaronder begrepen, met een maximum van € 100.000,-;
- de beslissing(en) zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, met veroordeling van de moeder in de proceskosten.
5.De motivering van de beslissing
6.De beslissing
mr. M.E. Burger, in tegenwoordigheid van mr. R.B. de Cuba, als griffier en is op
21 augustus 2025 in het openbaar uitgesproken door de voorzitter.