ECLI:NL:GHAMS:2025:2760
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag na slechte verstandhouding tussen ouders en onvoldoende informatie over de kinderen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om de beëindiging van het gezamenlijk gezag over twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] (8 jaar) en [minderjarige 2] (5 jaar), na een slepende en problematische relatie tussen de ouders. De vader, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam, stelt dat de beëindiging van het gezamenlijk gezag onterecht is en verzoekt om een raadsonderzoek. De moeder, die het gezag alleen wil uitoefenen, is het eens met de beslissing van de rechtbank. De rechtbank had in een eerdere beschikking van 6 februari 2024 bepaald dat het gezamenlijk gezag van de ouders beëindigd moest worden, wat de vader niet accepteert.
Tijdens de zitting op 23 januari 2025 is gebleken dat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is, wat de uitoefening van gezamenlijk gezag bemoeilijkt. De vader heeft een verleden van geweld en bedreiging jegens de moeder, wat heeft geleid tot een veroordeling en een gebiedsverbod. Het hof concludeert dat de omstandigheden zodanig zijn gewijzigd dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is dat de moeder alleen het gezag uitoefent. De vader heeft onvoldoende informatie over de kinderen om gezagsbeslissingen te kunnen nemen, en de omgang tussen de vader en de kinderen is ernstig gestagneerd. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de vader af.