ECLI:NL:GHAMS:2025:276

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 januari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
200.321.739/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot raadplegen van boeken en begroting onderzoeksbudget in enquêterecht

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 9 januari 2025, wordt een verzoek behandeld van de besloten vennootschappen [A Holding] en [B Holding] tegen Leeuwarden Recycling B.V. en betreft het een machtiging voor de onderzoeker, mr. J.J. Reiziger, om boeken en bescheiden van de nauw verbonden rechtspersoon Oldehove Recycling B.V. te raadplegen. Dit verzoek volgt op eerdere beschikkingen van 7 en 8 november 2024, waarin een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Leeuwarden Recycling B.V. werd bevolen. De onderzoeker heeft een begroting van € 54.600 exclusief btw ingediend, maar na overleg met de partijen is dit bedrag verlaagd naar € 40.000 exclusief btw. De Ondernemingskamer heeft de begroting als redelijk beoordeeld en vastgesteld dat de onderzoeker niet met zijn werkzaamheden kan beginnen voordat zekerheid is gesteld voor de betaling van de kosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.321.739/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 9 januari 2025
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A Holding],
gevestigd te [plaats] ,
2.
[A],
wonende te [plaats] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. J.W. de Vries, kantoorhoudende te Bolsward,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEEUWARDEN RECYCLING B.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B Holding],
gevestigd te [plaats] ,
2.
[B],
wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat: voorheen
mr. W.H.R. baron van Boetzelaer, kantoorhoudende te Heerenveen, thans zonder advocaat.
Verzoekers worden hierna aangeduid als [A Holding] c.s., verweerster als Leeuwarden Recycling en belanghebbenden als [B Holding] c.s.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding in deze zaak verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 7 november 2024 en 8 november 2024.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Leeuwarden Recycling B.V. over de periode vanaf 5 december 2019 en mr. J.J. Reiziger benoemd als onderzoeker (hierna: de onderzoeker) en bepaald dat de kosten van het onderzoek voor rekening komen van Leeuwarden Recycling B.V.
1.3
De onderzoeker heeft bij e-mail van 10 december 2024 een plan van aanpak met begroting van de onderzoekskosten aan de Ondernemingskamer gezonden. De Onderzoeker heeft daarbij ook verzocht hem op de voet van artikel 2:351 lid 2 BW te machtigen de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de nauw verbonden rechtspersoon Oldehove Recycling B.V. te raadplegen en zich de bezittingen van die rechtspersoon te doen tonen. De onderzoeker heeft voor het onderzoek een bedrag van € 54.600 exclusief btw begroot. De secretaris van de Ondernemingskamer heeft het plan van aanpak en de begroting van het onderzoek bij e-mail van 10 december 2024 doorgezonden naar (de advocaten van) partijen en hen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de begroting van de kosten van het onderzoek.
1.4
Op 24 december 2024 heeft de Ondernemingskamer de reacties van partijen ontvangen. Mr. De Vries heeft daarbij namens [A Holding] c.s. naar voren gebracht dat de begroting van de onderzoeker aanzienlijk hoger is uitgevallen dan [A Holding] c.s. hadden voorzien. Het bedrag van € 25.000 dat namens [A Holding] c.s. als voorschot is toegezegd zou ruimschoots voldoende moeten zijn om een zorgvuldig onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij Leeuwarden Recycling te verrichten. Mr. Van Boetzelaer heeft namens [B Holding] c.s. aangevoerd dat de begroting van het onderzoek aanzienlijk hoger is dan het voorschot van [A Holding] c.s., dat Leeuwarden Recycling niet over voldoende middelen beschikt om voor deze kosten in te staan en dat [B Holding] c.s. daartoe niet gehouden en bereid is. Het onderzoek zou daarmee mogelijk niet kunnen worden afgerond. Verder zou het inschakelen van een hulppersoon door de onderzoeker volgens [B Holding] c.s. niet nodig zijn.
1.5
De secretaris van de Ondernemingskamer heeft de onderzoeker op 6 januari 2025 in de gelegenheid gesteld zich over de reacties van partijen uit te laten. De onderzoeker heeft zich vervolgens bereid verklaard de begroting in die zin aan te passen dat, indien alle partijen hun volledige medewerking aan het onderzoek zullen verlenen, vooralsnog met een bedrag van € 40.000 exclusief btw voor het verrichten van het onderzoek kan worden volstaan.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer ziet, mede gelet op hetgeen is overwogen in haar beschikking van 7 november 2024, aanleiding de onderzoeker overeenkomstig zijn verzoek op de voet van artikel 2:351 lid 2 BW te machtigen tot het raadplegen van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers en het zich doen tonen van de bezittingen van Oldehove Recycling B.V. als nauw met Leeuwarden Recycling verbonden rechtspersoon.
2.2
Voor wat betreft de begroting van het onderzoek overweegt de Ondernemingskamer als volgt. De onderzoeker heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen geraamd en opgave gedaan van het te hanteren tarief (€ 405 voor de onderzoeker en € 320 voor de hulppersoon, exclusief btw). De onderzoeker begroot de kosten van het onderzoek op € 40.000 (exclusief btw). Mocht het onderzoeksbudget ontoereikend blijken te zijn, dan zal de onderzoeker zo nodig een verhoging van het budget kunnen vragen.
2.3
De begroting van de te besteden tijd en de daaraan verbonden kosten komt de Ondernemingskamer niet onredelijk voor. Bij deze stand van zaken ziet de Ondernemingskamer in de stellingen van partijen geen aanleiding van de door de onderzoeker begrote kosten af te wijken, temeer nu de onderzoeker in de stellingen van partijen aanleiding heeft gezien de begroting te verlagen. De Ondernemingskamer zal derhalve het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op € 40.000 (exclusief btw).
2.4
De onderzoeker niet met zijn werkzaamheden hoeven te beginnen voordat ten genoegen van de onderzoeker voor de betaling van de volledige voor het onderzoek begrote kosten van € 40.000 zekerheid is gesteld. Indien mocht blijken dat het bedrag waarvoor de zekerheid is gesteld toch onvoldoende is om het onderzoek te voltooien, dient de onderzoeker tijdig te vragen om verhoging van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten en zal hij niet gehouden zijn om verder te gaan met zijn werkzaamheden voordat voor de betaling van een alsdan eventueel nader door de Ondernemingskamer te bepalen verhoging van dat bedrag zekerheid is gesteld.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verleent de onderzoeker op de voet van artikel 2:351 lid 2 BW machtiging tot het raadplegen van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers en het zich doen tonen van de bezittingen van Oldehove Recycling B.V. als nauw met Leeuwarden Recycling B.V. verbonden rechtspersoon;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 40.000 exclusief btw;
bepaalt dat voor de betaling van de kosten van het onderzoek ten bedrage van € 40.000 exclusief btw ten genoegen van de onderzoeker voor de aanvang van zijn werkzaamheden zekerheid moet zijn gesteld;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. M.A.M. Vaessen, raadsheren, en mr. D.E.M. Aleman MBA en prof. dr. mr. A.J.C.C.M. Loonen, raden, in tegenwoordigheid van mr. J.K.G. Meijer, griffier, en in het openbaar uitgesproken door
mr. A.W.H. Vink op 9 januari 2025.