ECLI:NL:GHAMS:2025:275

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 januari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
200.343.048/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen aandeelhouders over prijs aandelen na uitoefening optierecht; uitleg reikwijdte bindend-adviesbepaling

In deze zaak gaat het om een geschil tussen aandeelhouders van Scarabee Aviation Group B.V. (hierna: Scarabee) over de prijs van aandelen na de uitoefening van een optierecht door Daifuku Co., Ltd. (hierna: Daifuku). In 2019 heeft MKT Holding B.V. (hierna: MKT) een groot deel van haar aandelen in Scarabee verkocht aan Daifuku, waarbij een bindend-adviesprocedure bij een accountant is afgesproken voor geschillen over de prijsbepaling van de resterende aandelen. Daifuku heeft eind 2023 haar optierecht uitgeoefend, maar partijen zijn het oneens over de vraag of de coronacrisis en het niet aanvragen van de NOW-subsidie door Scarabee in de prijsbepaling moeten worden meegenomen. MKT heeft bezwaar gemaakt tegen de conceptberekening van de Call Option Share Price, die door Scarabee is opgesteld, en heeft een hogere prijs geëist. De voorzieningenrechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van Daifuku afgewezen, waarna Daifuku in hoger beroep is gegaan.

In hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat MKT zich moet onthouden van het voorleggen van het discussiepunt over de NOW-subsidie aan de accountant, omdat dit niet binnen de reikwijdte van de bindend-adviesprocedure valt. Het hof heeft de vorderingen van Daifuku toegewezen en MKT veroordeeld in de proceskosten. Het hof heeft vastgesteld dat de accountant alleen geschilpunten kan beoordelen die voortkomen uit de jaarrekeningen en de overeengekomen boekhoudkundige principes, en dat andere geschilpunten, zoals de gevolgen van de coronacrisis, niet aan de accountant kunnen worden voorgelegd. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor partijen om zich te houden aan de afspraken in de Shareholders Agreement en de beperkingen van de bindend-adviesprocedure.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.343.048/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/750179 / KG ZA 24-368
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 januari 2025
in de zaak van
DAIFUKU CO., LTD,
gevestigd te Osaka, Japan,
appellante,
advocaat: mr. M.V.A. Heuten te Amsterdam,
tegen
MKT HOLDING B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
geïntimeerde,
advocaat: mr. D.E.A.F. Aertssen te Maastricht.
Appellante zal hierna als Daifuku worden aangeduid, en geïntimeerde als MKT.

1.De zaak in het kort

MKT heeft in 2019 een groot deel van haar aandelen in Scarabee verkocht aan Daifuku. Partijen hebben daarbij afgesproken dat Daifuku een optie krijgt op de resterende aandelen van MKT tegen een prijs die is gebaseerd op de gemiddelde EBITDA en netto-schuld van Scarabee. Bij geschillen hierover is voorzien in een bindend-adviesprocedure bij een accountant. Eind 2023 heeft Daifuku haar optierecht uitgeoefend. Partijen verschillen van mening over de vraag of bij het bepalen van de aandelenprijs rekening moet worden gehouden met de gevolgen van de coronacrisis, en in het bijzonder met het niet-aanvragen van de NOW-subsidie door Scarabee. In deze procedure gaat het om de vraag of MKT dit geschilpunt mag voorleggen aan de accountant als bindend adviseur.

2.Het geding in hoger beroep

Daifuku is bij dagvaarding van 24 juni 2024 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 28 mei 2024 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen Daifuku als eiseres en MKT en T&A Beheer B.V. (hierna: T&A) als gedaagden.
De dagvaarding bevat tevens de grieven tegen het bestreden vonnis en een eiswijziging. MKT en T&A hebben vervolgens een memorie van antwoord ingediend. Tussen Daifuku en T&A is vervolgens een schikking getroffen en het hoger beroep ingetrokken.
Partijen hebben vervolgens arrest gevraagd.

3.Feiten

De voorzieningenrechter heeft in 2.1 tot en met 2.18 van het bestreden vonnis de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. In hoger beroep is niet in geschil dat de feiten juist zijn weergegeven, zodat ook het hof van deze feiten uitgaat. Deze luiden, voor zover relevant in hoger beroep, als volgt.
3.1.
Scarabee Aviation Group B.V. (hierna: Scarabee) is een vennootschap die diensten verleent op en voor vliegvelden. Daifuku is een in Japan gevestigd bedrijf dat zich bezighoudt met (diensten voor) logistieke systemen en materiaalbehandelingsapparatuur. Daifuku houdt sinds 2019 80% van de aandelen en 100% van de stemrechten in Scarabee.
3.2.
Totdat Daifuku haar aandelen in Scarabee verwierf, werden alle aandelen in dit bedrijf gehouden door MKT en T&A.
3.3.
Op 19 juni 2019 hebben Scarabee, Daifuku, MKT en T&A een
Subscription and Shareholders Agreement(hierna: SSA) gesloten. Daarin is afgesproken dat Scarabee 300.000 nieuwe aandelen (klasse C) aan Daifuku zou uitgeven. De door MKT gehouden aandelen (56.250 klasse A-aandelen) en de door T&A gehouden aandelen (18.750 klasse B-aandelen) werden omgezet in aandelen zonder stemrecht. Hiermee verwierf Daifuku een belang van 80% en verwaterde het aandelenbelang van MKT tot 15% en van T&A tot 5%.
3.4.
In artikel 17.1.1 van de SSA hebben partijen afgesproken dat Daifuku (drie jaar na de
closing datevan 1 juli 2019) het recht zal hebben de aandelen van MKT en/of T&A te kopen (hierna: de “Call Option”). Daifuku kan van haar Call Option gebruik maken door het versturen van een kennisgeving, de zogenaamde “Call Notice” aan de aandeelhouders van wie zij de aandelen wenst over te nemen (met een kopie aan Scarabee). Na ontvangst van de Call Notice zijn de aandeelhouders aan wie deze kennisgeving is gericht verplicht hun aandelen (hierna: de “Call Shares”) te verkopen en over te dragen aan Daifuku.
3.5.
Artikelen 17.1.2 en 17.1.3 van de SSA over de te betalen prijs voor de Call Shares luiden al volgt:
“17.1.2 The exercise price per Call Share will be calculated on a per Share basis as follows:
a. the Average EBITDA, determined on the basis of the Group’s audited Annual Accounts for the relevant Financial Years which Annual Accounts shall be prepared in accordance with Dutch GAAP and using accounting policies that are consistent with the accounting policies used in the 2 (two) Financial Years preceding the date of this Agreement;
multiplied by
b. 9;
minus
c. the outstanding net debt of the Group, whereby net debt compromises only the long term debt of the Group towards financial institutions, on a consolidated basis as of the date of the Call Notice (for the avoidance of doubt, if the net debt is a negative amount because cash exceeds debt, that amount shall be added);
divided by
d. the total number of Shares,
the
Call Option Share Price.
17.1.3
The Parties shall (finally) determine the Average EBITDA, the net debt or net cash (as the case may be) and as a result the Call Option Share Price in accordance with Schedule 10 (Calculation method).”
3.6.
In Schedule 1. Definitions and interpretation staat voor zover van belang het volgende:

Annual Accountsmeans the consolidated balance sheet of the Group and the consolidated profit and loss account of the Group, together with the explanatory notes thereto
Average EBITDAmeans, for the three financial years preceding the financial year in which the Call Notice is received, the Group’s net income (loss) for that period, plus net interest expense, income Taxes, depreciation and amortization”
3.7.
In Schedule 10 van de SSA (Calculation method) is onder meer het volgende bepaald:
“1. As soon as possible and in any event no later than 15 (fifteen) Business Days after the date of the Call Notice, the executive directors shall, for the purpose of establishing the Average
EBITDA, the net debt (which might also mean net cash) and as a result the Call Option Share
Price, prepare a draft of the Average EBITDA calculation, a draft of the net debt calculation
and a draft of the Call Option Share Price calculation on the basis of the Annual Accounts and
shall submit these drafts, together with all underlying data and reasonable evidence, to the
Shareholders for review.
2. Within 20 (twenty) Business Days following delivery thereof to the Shareholders, each of the Shareholders shall review the draft Average EBITDA calculation, the draft net debt
calculation and the draft Call Option Share Price calculation and, on the basis of such review,
notify the executive directors of any item or items it wishes to dispute. Such notification shall
include a summary of the reasons for such dispute and a list of proposed adjustments,
substantiated in reasonably sufficient detail so as to allow reasonable assessment thereof by
the executive directors and, as the case may be, the audit firm appointed from time to time to
audit the Annual Accounts.
3. If upon expiry of the aforesaid objection period of 20 (twenty) Business Days no notice has
been received by the executive directors pursuant to Section 2. of this Schedule 10 (Calculation method) or if the Shareholders have notified the executive directors that there are
no items they wish to dispute, the Average EBITDA calculation, the net debt calculation and
Call Option Share Price calculation and the Average EBITDA, the net debt and as a result the
Call Option Share Price following therefrom shall be binding on the Parties.
(…)
5. If a notice has been received by the executive directors pursuant to Section 2. above, the
Parties shall try to amicably resolve the issue. Should they fail to do so within 20 (twenty)
Business Days of the end of the aforesaid objection period of 20 (twenty) Business Days (the
Disagreement Date), then any such unresolved issue (the
Open Issues) shall be submitted to
and settled by an accountant of an independent reputable firm of accountants (the
Open Issues
Accountant) to be jointly appointed by the Parties within 2 (two) weeks of the Disagreement Date or if the Parties fail to agree on such appointment within that period, by the Chairman of
the Royal Netherlands Institute of Registered Accountants (Koninklijke Nederlandse
Beroepsorganisatie van Accountants). The Parties shall within 20 (twenty) Business Days
after such appointment submit the draft Average EBITDA calculation, the draft net debt
calculation and the draft Call Option Share Price calculation, and statements of their respective
positions in relation to the Open Issues in writing to the Open Issues Accountant. The Open
Issues Accountant shall determine the further procedural rules at his discretion.
6. The Parties undertake to procure that the Open Issues Accountant shall then finally resolve the Open Issues by way of a binding advice (bindend advies) in accordance with this Agreement and notify the Parties of his decision, determining the final Average EBITDA, the final net debt and as a result the Call Option Share Price, as promptly as possible and in any event no later than 30 (thirty) Business Days after his appointment.”
3.8.
In de notulen van de
annual shareholder meetingvan 15 november 2022 staat onder meer het volgende:
“(…) [naam] had made 3 remarks on the annual report:
a) There could be a valuation impact to the minority shareholders, by not taking up the NOW subsidy 2021, if the call option is exercised within the next 3 years. From his experience, many companies have not acted with such strong ethics in relation to the handling of the NOW subsidy
Reasons and justification provided are understood but not necessarily agreed by the shareholders representatives. (…)”
3.9.
In de notulen van de
annual shareholder meetingvan 14 november 2023 staat onder meer het volgende:
“(…) [naam] made 3 remarks on the annual report:
a) There could be a valuation impact to the minority shareholders, by not taking up the NOW subsidy 2021, if the call option is exercised within the next 3 years. Minority shareholder do not agree with the decision not taking NOW subsidy 2021 and 2022. Board decision was because of making a profit not to go for subsidy NOW. (…)”
3.10.
Op 4 december 2023 heeft Daifuku een Call Notice aan MKT gestuurd. De uitvoerend bestuurders van Scarabee hebben vervolgens op 14 december 2023 een conceptberekening van de Call Option Share Price aan Daifuku en MKT gestuurd, waarmee Daifuku op 19 december 2023 akkoord is gegaan.
3.11.
Op 10 januari 2024 heeft Scarabee een brief ontvangen van de financieel adviseur van MKT, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de conceptberekening van de Call Option Share Price. In deze Dispute Notice heeft MKT een hogere Call Option Share Price bepleit van € 85,73 per aandeel in plaats van de door de Scarabee berekende prijs van € 38,83 per aandeel. In de Dispute Notice worden onder andere als bezwaren genoemd, dat:
  • geen precieze berekening kan worden gemaakt van de Call Option Share Price nu zowel in de conceptberekening als in de jaarrekening gebruik wordt gemaakt van afgeronde getallen;
  • de door het bestuur van Scarabee berekende gemiddelde EBITDA niet juist is (die moet naar boven) en;
  • de berekende netto-schuld niet juist is (die moet naar beneden).
MKT heeft als reden voor de onjuiste gemiddelde EBITDA en netto-schuld aangevoerd dat Scarabee ten onrechte geen Covid-19 gerelateerde subsidie zou hebben aangevraagd onder de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (hierna: de “NOW”, de “NOW-subsidie”) in 2021 en 2022 hetgeen gelet op de vaststelling van de Call Option Share Price negatieve impact heeft gehad op die prijs. MKT heeft er tot slot op gewezen dat T&A al tijdens de aandeelhoudersvergaderingen van 15 november 2022 en 23 november 2023 heeft verzocht om voor het niet gebruik maken van de subsidie compensatie te ontvangen als Daifuku haar Call Option zou uitoefenen.
3.12.
Partijen zijn conform de afspraken in de SSA in overleg gegaan om te kijken of zij eruit kunnen komen. Dat is niet gelukt en partijen zijn overeengekomen de Disagreement Date uit te stellen tot 15 mei 2024. Uiterlijk twee weken na die datum dienen partijen een Accountant aan te wijzen die een bindend advies uitbrengt over de Call Option Share Price.
3.13.
Bij e-mail van 16 april 2024 heeft de financieel adviseur van MKT aan Daifuku en Scarabee meegedeeld dat als de NOW-subsidie niet zou worden verdisconteerd in de Call Option Share Price zij dit als een Open Issue aan de Accountant zou voorleggen. In de e-mail staat verder voor zover van belang het volgende:

NOW
This means that of all the issues in Dispute Notice, only the NOW issue remains as an Open Issue, which will be submitted to the Open Issues Accountant if we do not reach agreement on this point by May 15, 2024, at the latest.
We regret that in calculating the price of the shares, Daifuku has so far been unwilling to take into account the impact of corona on Scarabee in general and the non-application of NOW grant in particular. Failure to take this circumstance into account when pricing the shares will result in an unreasonably large difference between the fair market value of the shares and the amount Daifuku is currently willing to pay. Such a deviation is inconsistent with the intention of the parties when entering into the shareholders' agreement. Also, MKT and T&A Beheer cannot reasonably be required to agree to a price for the shares that is so far away from the actual fair value of the shares. (…)”
3.14.
Bij brief van 25 april 2024 hebben Daifuku en Scarabee MKT erop gewezen dat op grond van de SSA geen ruimte bestaat om de door hen gevorderde compensatie in de Call Option Share Price te verdisconteren en dat daarom de NOW-kwestie niet kwalificeert als een Open Issue die aan de Accountant kan worden voorgelegd. Daifuku en Scarabee hebben MKT gesommeerd te bevestigen dat zij zich ervan zal onthouden dit aan de Accountant voor te leggen en aangezegd juridische stappen te gaan nemen als zij hieraan niet voldoet.
3.15.
Bij e-mail van 30 april 2024 heeft de juridisch adviseur van MKT hierop gereageerd en meegedeeld dat de NOW-subsidie nu eenmaal in de Dispute Notice is opgenomen en daarmee moet worden voorgelegd aan de Accountant.

4.Eerste aanleg

4.1.
Daifuku heeft in eerste aanleg, samengevat, gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, MKT te verbieden om de door partijen op grond van Schedule 10 bij de SSA aan te wijzen Accountant het discussiepunt over het niet aanvragen van de NOW-subsidie, of enig hiermee verband houdend discussiepunt, voor te leggen als Open Issue waarover deze Accountant op grond van §5 en § 6 van Schedule 10 bij de SSA een oordeel zal moeten vormen in het kader van de berekening van de Call Option Share Price. Daifuku vorderde daarnaast MKT te veroordelen in de proceskosten (inclusief nakosten), te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
De voorzieningenrechter heeft de gevraagde voorzieningen geweigerd en Daifuku uitvoerbaar bij voorraad veroordeeld in de proceskosten.

5.Beoordeling

5.1.
Daifuku heeft in hoger beroep vier grieven aangevoerd en geconcludeerd tot het vernietigen van het bestreden vonnis en tot het toewijzen van haar vorderingen. Na eiswijziging in hoger beroep vordert Daifuku dat het hof:
- alsnog MKT zal verbieden om de door partijen op grond van Schedule 10 bij de SSA aan te wijzen Accountant het discussiepunt ten aanzien van het niet aanvragen van de NOW-subsidie, of enig hiermee verband houdend discussiepunt, voor te leggen als Open Issue waarover deze Accountant op grond van § 5 en § 6 van Schedule 10 bij de SSA een oordeel zal moeten vormen in het kader van de berekening van de Call Option Share Price;
- MKT zal verbieden om de door partijen op grond van Schedule 10 bij de SSA aan te wijzen Accountant een algemene billijkheidscorrectie op de Call Option Share Price, of enig ander buiten de Dispute Notice vallend onderwerp, voor te leggen als Open Issue waarover deze Accountant op grond van § 5 en § 6 van Schedule 10 bij de SSA een oordeel zal moeten vormen in het kader van de berekening van de Call Option Share Price;
- indien MKT reeds is overgegaan tot het voorleggen van de hiervoor genoemde geschilpunten als Open Issue, MKT zal gebieden de op deze onderwerpen betrekking hebbende Open Issues in te trekken bij de Accountant; en
- MKT zal veroordelen tot betaling van de proceskosten met nakosten en rente.
Daifuku handhaaft de in eerste aanleg gevorderde uitvoerbaar-bij-voorraadverklaring, zo begrijpt het hof.
5.2.
MKT heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met veroordeling – uitvoerbaar bij voorraad – van Daifuku in de proceskosten met nakosten en rente.
5.3.
Gelet op het bepaalde in artikel 26.16 van de SSA is de Nederlandse rechter bevoegd. De toepasselijkheid van Nederlands recht is niet bestreden.
5.4.
Daifuku heeft in hoger beroep (nog steeds) spoedeisend belang bij haar (gewijzigde) vorderingen. Immers, de bindend-adviesprocedure bij de accountant is, zo begrijpt het hof, nog steeds gaande en partijen zijn er daarom bij gebaat dat zo snel mogelijk duidelijk wordt wat daarin als geschilpunt kan worden voorgelegd.
5.5.
In het bestreden vonnis heeft de voorzieningenrechter overwogen dat het er voorshands op lijkt dat partijen in de SSA hebben bedoeld om bij de berekeningswijze van de Call Option Share Price uit te gaan van daadwerkelijke cijfers zoals die zijn neergelegd in
vastgestelde jaarrekeningen en niet van hypothetische cijfers, die bij een
andersoortig beleid hadden gegolden (bestreden vonnis, 4.7). Met grieven 1 en 2 bestrijdt Daifuku het daaropvolgende oordeel van de voorzieningenrechter dat echter niet kan worden uitgesloten dat de bodemrechter daar anders over denkt en aanleiding ziet om uit te gaan van een
redelijkeprijs en het mogelijk acht om
unresolved issuesdie in deze zaak zien op het verzoek van MKT om de gevolgen van de coronacrisis in de financiële gegevens en in de berekening van de aandelenprijs te betrekken door de Accountant te laten beoordelen. Grief 3 is gericht tegen de overweging van de voorzieningenrechter dat toewijzing van de vorderingen zou betekenen dat MKT een geschillenbeslechtingsprocedure wordt ontnomen, terwijl niet zeker is dat de gevolgen van de covid-19-crisis niet kunnen worden betrokken in de aandelenprijs, en dat daarnaast meeweegt dat als de accountant een voor Daifuku onwelgevallig bindend advies uitbrengt zij dat advies juridisch kan aanvechten. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
5.6.
Partijen verschillen van mening over de uitleg van bepalingen van de SSA. Uitleg van deze bepalingen conform de Haviltex-maatstaf leidt voorshands tot het volgende. Uit artikel 17.1.2 en §1 van Schedule 10 van de SSA volgt dat – voor de berekening van de aandelenprijs – de gemiddelde EBITDA en de netto-schuld moeten worden bepaald op basis van de gecontroleerde jaarrekeningen van de Scarabee groep, waarbij ten aanzien van de jaarrekeningen is bepaald dat deze in overeenstemming moeten zijn met bepaalde boekhoudkundige principes. Uit §1 en §2 van Schedule 10 van de SSA volgt dat de uitvoerend bestuurders van Scarabee hun berekening van de EBITDA, netto-schuld en aandelenprijs in concept voorleggen aan de aandeelhouders van Scarabee, en dat een aandeelhouder onderdelen van deze berekening kan betwisten. Partijen zullen dan proberen het twistpunt in onderling overleg op te lossen. Lukt dat niet, dan kan het worden voorgelegd aan de Open Issues Accountant die daarover een bindend advies zal geven, zo volgt uit §5 van Schedule 10. Gelet op de verwijzing in de desbetreffende bepalingen naar de gecontroleerde jaarrekeningen op basis waarvan de EBITDA en netto-schuld moeten worden bepaald, hebben partijen klaarblijkelijk bedoeld dat de elementen die relevant zijn voor het berekenen van de EBITDA en netto-schuld uit die jaarrekeningen moeten blijken, althans voor zover deze in overeenstemming zijn met de overeengekomen boekhoudkundige principes. Hieruit volgt dat bezwaren van een partij tegen de aldus berekende prijs – in het kader van de bindend-adviesprocedure waarin Schedule 10 van de SSA voorziet – beperkt dienen te blijven tot punten waarop die berekening zou afwijken van datgene wat uit de jaarrekeningen en overeengekomen boekhoudkundige principes volgt. Alleen dergelijke geschilpunten kunnen dan ook worden voorgelegd aan de accountant. Gelet op de boekhoudkundige expertise van de accountant ligt het ook voor de hand dat partijen hebben beoogd de bindend-adviesprocedure te beperken tot deze geschilpunten. Het bepaalde in artikel 26.16 van de SSA (forumkeuzebeding) wijst er bovendien op dat partijen hebben beoogd overige geschilpunten voor te kunnen leggen aan de gewone rechter.
5.7.
MKT heeft in de Dispute Notice aangevoerd dat de EBITDA en netto-schuld in de concept-berekening onjuist zijn omdat Scarabee ten onrechte geen NOW-subsidie heeft aangevraagd. MKT heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat als bij het bepalen van de aandelenprijs geen rekening wordt gehouden met de gevolgen van de coronacrisis in het algemeen, en het niet-aanvragen van de NOW-subsidie in het bijzonder, een onredelijk groot verschil zal ontstaan tussen de marktprijs van de aandelen en de prijs die Daifuku bereid is te betalen. MKT heeft in deze procedure aangevoerd dat zij recht heeft op een redelijke prijs en dat partijen aan dat recht invulling hebben willen geven met het prijsmechanisme zoals overeengekomen in de SSA. Volgens MKT rust op Daifuku de verplichting om tot een redelijke prijs voor de aandelen te komen, waarbij zij onder meer verwijzen naar artikel 2:8 BW. Daarom moeten de berekende bedragen aan EBITDA en netto-schuld in redelijkheid worden gecorrigeerd, aldus Daifuku.
Het hof is voorshands van oordeel dat, gelet op het prijsmechanisme dat partijen in de SSA zijn overeengekomen, MKT aan de door haar aangehaalde wetsartikelen (artikel 2:8 en 2:340 lid 3 BW) of aan de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid geen aanspraak op een redelijke prijs kan ontlenen. Mogelijk vormen de gevolgen van de coronacrisis, en/of het niet-aanvragen van de NOW-subsidie door Scarabee, grond voor correctie van wat partijen met betrekking tot de aandelenprijs zijn overeengekomen, op grond van artikel 6:248 lid 2 BW. Een andere mogelijkheid is wellicht dat de gevolgen van de coronacrisis grond vormen voor wijziging van de gevolgen van de overeenkomst op grond van artikel 6:258 lid 1 BW (onvoorziene omstandigheden). Dergelijke aanpassingen hebben echter geen betrekking op wat volgt uit de jaarrekeningen van Scarabee of uit de overeengekomen toepasselijke boekhoudkundige principes. Gelet op wat is overwogen in 5.6 vallen dergelijke aanpassingen buiten het bereik van het vaststellen van de aandelenprijs zoals voorgeschreven in artikel 17.1.2 en de berekeningsmethode van Schedule 10 van de SSA, en buiten het bereik van wat in de bindend-adviesprocedure aan de accountant kan worden voorgelegd. Een eventuele vordering strekkende tot aanpassing van de aandelenprijs op dergelijke gronden kan MKT instellen bij de gewone rechter.
5.8.
Uit het voorgaande volgt dat het hof voorshands van oordeel is dat MKT zich jegens Daifuku ervan dient te onthouden om het discussiepunt over het niet aanvragen van de NOW-subsidie, of een hiermee verband houdend discussiepunt, voor te leggen aan de Accountant. Hetzelfde geldt voor een algemene billijkheidscorrectie van de aandelenprijs. Dit betekent ook dat, voor zover deze punten al zijn voorgelegd aan de Accountant, MKT gehouden is deze in te trekken. In zoverre zijn de vorderingen van Daifuku toewijsbaar en slagen de grieven 1 t/m 3. Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel, aangezien MKT zich zo nodig tot de gewone rechter kan wenden met haar vordering tot aanpassing van de aandelenprijs.
5.9.
Daifuku heeft daarnaast gevorderd MKT te verbieden enig ander buiten de Dispute Notice vallend onderwerp voor te leggen aan de Accountant. Uitleg van §1 en §2 van Schedule 10 van de SSA, en met name de term
any such unresolved issuebrengt voorshands met zich dat de onopgeloste geschilpunten die aan de Accountant kunnen worden voorgelegd een basis dienen te hebben in de bezwaren die in de Dispute Notice zijn uiteengezet. Uit de stellingen van partijen volgt echter niet dat MKT – naast het hiervoor besproken geschilpunt over de gevolgen van de coronacrisis en het niet-aanvragen van de NOW-subsidie voor de berekening van de aandelenprijs – nog andere geschilpunten aan de Accountant heeft voorgelegd of voornemens is voor te leggen, zodat Daifuku bij deze vordering onvoldoende belang heeft.
5.10.
De slotsom is dat het bestreden vonnis, voor zover gewezen tussen Daifuku en MKT, zal worden vernietigd en de vorderingen van Daifuku jegens MKT alsnog deels zullen worden toegewezen. MKT is in overwegende mate in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten in beide instanties. Daarmee slaagt ook grief 4. Het hof begroot de proceskosten als volgt:
Eerste aanleg:
- explootkosten € 112,37
- griffierecht € 688,--
- salaris advocaat
€ 1.107,--
Totaal € 1.907,37
Hoger beroep:
- explootkosten € 138,82
- griffierecht € 798,--
- salaris advocaat
€ 1.214,--
Totaal € 2.150,82
5.11.
De gevorderde nakosten en wettelijke rente zullen worden toegewezen op de wijze als in het dictum bepaald.

6.Beslissing

Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis voor zover gewezen tussen Daifuku en MKT, en opnieuw rechtdoende:
verbiedt MKT om de door partijen op grond van Schedule 10 bij de SSA aan te wijzen Accountant het discussiepunt ten aanzien van het niet aanvragen van de NOW-subsidie, of enig hiermee verband houdend discussiepunt, of een algemene billijkheidscorrectie op de Call Option Share Price voor te leggen als Open Issue waarover deze Accountant op grond van § 5 en § 6 van Schedule 10 bij de SSA een oordeel zal moeten vormen in het kader van de berekening van de Call Option Share Price;
gebiedt MKT, voor zover zij reeds is overgegaan tot het voorleggen van de hiervoor genoemde geschilpunten als Open Issue, om deze Open Issues in te trekken bij de Accountant;
veroordeelt MKT in de proceskosten van beide instanties, tot op heden aan de zijde van Daifuku vastgesteld op € 1.907,37 voor de eerste aanleg en op € 2.150,82 voor het hoger beroep, en op € 178,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 92,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot indien niet binnen veertien dagen na dit arrest aan de kostenveroordeling is voldaan en betekening van dit arrest plaatsvindt, en te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na dit arrest dan wel het verschuldigd worden van de nakosten aan de kostenveroordeling is voldaan;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.C. Bosch, S.C.H. Molin en C.M. Stokkermans en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2025.