In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 2 oktober 2025 een beschikking gegeven inzake het verzoek tot uitstoting van een aandeelhouder in een besloten vennootschap. De zaak betreft een geschil tussen de besloten vennootschappen [vennootschap A] en [vennootschap B], en de aandeelhouders [aandeelhouder 1] en [aandeelhouder 2]. De Ondernemingskamer heeft eerder beschikkingen gegeven op 7, 14 en 18 augustus 2025, waarin een onderzoek naar de waarde van de aandelen van [aandeelhouder 2] in [vennootschap A] werd bevolen. Drs. Ph. M. van Spaendonck is benoemd als deskundige om dit onderzoek uit te voeren. De deskundige heeft op 12 september 2025 een plan van aanpak ingediend, waar partijen op konden reageren. De Ondernemingskamer heeft de kosten van het onderzoek vastgesteld op € 29.270, inclusief btw, en bepaald dat dit bedrag ten laste komt van [vennootschap A]. De deskundige moet uiterlijk op 1 januari 2026 het deskundigenbericht indienen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden.