In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van koffie uit een supermarkt, waarbij hij geweld heeft gebruikt tegen een beveiliger. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd omdat het tot een andere bewezenverklaring is gekomen. De verdachte werd beschuldigd van diefstal van koffie ter waarde van 64,11 euro, waarbij hij de beveiliger tegen zijn benen schopte. Het hof oordeelde dat het proces-verbaal met camerabeelden niet uitgesloten kon worden van het bewijs, ondanks de verdediging die dit betwistte. De verklaring van de aangever, ondersteund door foto’s, was voldoende bewijs voor de diefstal en het geweld. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden, met aftrek van voorarrest. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding wegens onvoldoende onderbouwing. Het openbaar ministerie werd niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf, omdat deze reeds was uitgevoerd.