ECLI:NL:GHAMS:2025:2283

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
29 augustus 2025
Zaaknummer
200.352.067/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Enquêteverzoek inzake beleid en gang van zaken bij Kenner Groep B.V. en [de Holding] B.V.

In deze zaak heeft [de aandeelhouder] op 10 maart 2025 een verzoek ingediend bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Hij verzocht om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Kenner Groep B.V. over de periode vanaf 1 mei 2023, alsmede om onmiddellijke voorzieningen, waaronder de schorsing van [de Holding] als bestuurder van Kenner Groep. De Ondernemingskamer heeft op 27 mei 2025 de zaak behandeld, waarbij de advocaten van beide partijen hun standpunten toelichtten. De Ondernemingskamer heeft de zaak aangehouden om partijen de mogelijkheid te geven een minnelijke regeling te onderzoeken, maar op 16 juni 2025 werd duidelijk dat dit niet was gelukt.

De zaak draait om een geschil tussen [de aandeelhouder] en [de zakenpartner], DGA van [de Holding], over de vaststelling van jaarrekeningen en informatieverstrekking. [de aandeelhouder] klaagt over gebrekkige informatieverstrekking en de gang van zaken rondom de algemene vergadering van 31 mei 2024. Kenner Groep is opgericht in 2019 en heeft een belangrijke handelsrelatie met Reniva Yapi Ltd., een Turks bedrijf van [de aandeelhouder]. Door een aardbeving in Turkije en andere omstandigheden is de relatie tussen Kenner Groep en haar leveranciers verslechterd, wat heeft geleid tot een daling van de omzet.

De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken, maar dat de verzoeken van [de aandeelhouder] niet toewijsbaar zijn. De gang van zaken rondom de algemene vergaderingen en de informatievoorziening waren niet in overeenstemming met de wettelijke vereisten, maar de Ondernemingskamer heeft besloten het verzoek af te wijzen op basis van een belangenafweging. [de aandeelhouder] is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.352.067/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 29 augustus 2025
inzake
[de aandeelhouder],
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaten:
mr. A.J.A. Jansenen
mr. M.H. van Hooft, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
KENNER GROEP B.V.,
gevestigd te Gendringen,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. M.H.M. Deppenbroek, kantoorhoudende te Doetinchem,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[de Holding] B.V.,
gevestigd te Ulft,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.H.M. Deppenbroekvoornoemd.
Hierna zullen de partijen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeker als [de aandeelhouder] ;
  • verweerster en belanghebbende respectievelijk als Kenner Groep en [de Holding] en gezamenlijk als Kenner Groep c.s.

1.Het verloop van het geding

1.1
[de aandeelhouder] heeft bij verzoekschrift van 10 maart 2025 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Kenner Groep over de periode vanaf 1 mei 2023;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
a. [de Holding] te schorsen als bestuurder van Kenner Groep en een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Kenner Groep;
b. de door [de Holding] gehouden aandelen in Kenner Groep op één aandeel na over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder;
c. (de werking van) de besluiten van 31 mei 2024 van de algemene vergadering van Kenner Groep te vernietigen dan wel te schorsen;
d. een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
3. Kenner Groep te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
Kenner Groep c.s. hebben bij verweerschrift van 6 mei 2025 de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van [de aandeelhouder] af te wijzen en hem te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.3
Het verzoek is behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 27 mei 2025. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en wat mr. Deppenbroek betreft onder overlegging van een vooraf toegestuurde nadere productie. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.
1.4
Aan het einde van de mondelinge behandeling heeft de Ondernemingskamer de zaak aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen de mogelijkheid van een minnelijke regeling te onderzoeken. Op 16 juni 2025 hebben partijen de Ondernemingskamer bericht dat partijen geen minnelijke regeling hebben bereikt en hebben zij de Ondernemingskamer verzocht een beschikking te geven.

2.Inleiding en feiten

2.1
Deze zaak gaat over een stukgelopen samenwerking tussen twee zakenpartners: [de aandeelhouder] en [de zakenpartner] , DGA van [de Holding] . Door een verschil tussen (vooruit)betalingen en geleverde goederen is de handelsrelatie tussen Kenner Groep en haar belangrijkste leverancier, een Turks bedrijf van [de aandeelhouder] , verslechterd en uiteindelijk geëindigd. [de aandeelhouder] klaagt in dit enquêteverzoek over de vaststelling van jaarrekeningen 2019-2022, over gebrekkige informatieverstrekking aan hem als minderheidsaandeelhouder, over de gang van zaken rondom de algemene vergadering van 31 mei 2024, en over teruggelopen omzet.
2.2
Kenner Groep is op 7 mei 2019 opgericht. [de Holding] en [de aandeelhouder] houden respectievelijk 76% en 24% van de aandelen in Kenner Groep. [de Holding] is enig bestuurder van Kenner Groep. [de zakenpartner] houdt alle aandelen in [de Holding] en is haar enige bestuurder.
2.3
De activiteiten van Kenner Groep zijn gericht op het importeren van (bouw)materialen en de productie en verkoop van prefab sanitair- en wooneenheden. Via Reniva Yapi Ltd. (hierna: Reniva), een in Turkije gevestigde onderneming van [de aandeelhouder] , heeft Kenner Groep bouwmaterialen op de Turkse markt gekocht en heeft zij deze vervolgens geïmporteerd naar Nederland. Vanaf juni 2020 hebben er transacties plaatsgevonden tussen Kenner Groep en Reniva die door Kenner Groep zijn verwerkt in haar administratie. Het was daarbij gebruikelijk dat Kenner Groep vooruitbetalingen deed en Reniva vervolgens goederen leverde. Volgens de administratie van Kenner groep heeft zij € 2.073.937,06 aan voorschotbetalingen gedaan aan Reniva, terwijl Reniva in de periode tussen 4 juni 2021 en 14 april 2023 voor een bedrag van € 1.887.166,80 goederen aan Kenner Groep heeft geleverd.
2.4
Op 6 februari 2023 heeft een aardbeving plaatsgevonden in Turkije met verwoestende gevolgen. De export van bouwmaterialen uit Turkije kwam hierdoor stil te liggen. In de periode tussen 14 maart 2023 en 4 mei 2023 heeft Kenner Groep een bedrag van € 30.000 aan voorschotbetalingen gedaan aan Nord Star Grup, een aan [de aandeelhouder] gelieerde Bulgaarse entiteit. In diezelfde periode bleek uit de administratie van Kenner Groep dat Kenner Groep ruim € 150.000 meer aan voorschotbetalingen aan Reniva had gedaan dan zij aan goederen geleverd had gekregen. Kenner Groep is daarom gestopt met de (vooruit)betalingen, terwijl de levering van goederen door [de aandeelhouder] via Reniva of Nord Star Grup eveneens is gestopt. Daarna is de relatie tussen [de Holding] en [de aandeelhouder] verslechterd.
2.5
Bij e-mail van 20 juni 2023 heeft [de aandeelhouder] aan (de controller van) Kenner Groep het verschil tussen de voorschotbetalingen en leveringen toegelicht. Daarin schrijft hij:
“(…) I am writing this e-mail message to explain bank transfers between Kenner Groep and Reniva Yapi.
Reniva Yapi is the foreign trade company in Turkey and the supplier of the Kenner Groep. Reniva buys some goods form Turkish market such as sanitary cabins, building materials, furniture, machine etc and experts to Kenner Groep. You can check this information from custom documents, sale and purchase invoices of Kenner Groep.
As I calculated, There is a difference between transferred amount and invoices about 150.000 €. You are afraid to happen risk which can be investigate by government thanks to this difference.
Nearly 1,5 years We are producer of sanitary cabins with another company. As you know as a accountant, to continue to produce you have to keep some raw material stocks in envanter. Additionally we try to grow up our business. So we are making some investments such as Press Brake machine etc. You can find below explanation of money which difference between transferred money and invoices
1. Press Brake machine 19.000 € (it will be 55.000 € end of the payment term)
2. Warranty Payment of Turkey facility 17.500 € (We will take back when we moved from there)
3. Company car 22.500 €
4. Stocks 62.500 €
5. General cost of export suspension period Rest of the money.
Finally, In my opinion this amount difference shouldn't create any risk because this amount is 10%-15% part of yearly income. And it will be decrease end of the year if we continue our business.
lf you need any information from me please don't hesitate to call, send a message and visit me.”
2.6
Op 30 juni 2023 heeft [de aandeelhouder] per e-mail aan de boekhouder van Kenner Groep gevraagd naar de jaarcijfers van Kenner Groep over 2019 tot en met 2022 en de meest recente cijfers van het lopende boekjaar. Op 3 juli 2023 heeft [de aandeelhouder] dit verzoek herhaald waarop de boekhouder heeft gereageerd dat [de Holding] inhoudelijk op het verzoek zou terugkomen. Vervolgens heeft [de Holding] op 13 juli 2023 per e-mail gereageerd met de mededeling dat [de aandeelhouder] zijn vragen op een aandeelhoudersvergadering kan stellen en [de Holding] deze zal bijeenroepen. Bij e-mail van 14 juli 2023 heeft [de aandeelhouder] zijn verzoek herhaald om de jaarcijfers over 2019 tot en met 2022 van Kenner Groep te ontvangen. [de Holding] heeft de gevraagde gegevens niet verstrekt.
2.7
Bijna een jaar later op 22 mei 2024 heeft [de Holding] [de aandeelhouder] per e-mail opgeroepen voor de aandeelhoudersvergadering van Kenner Groep op 31 mei 2024. De meegestuurde agenda bevat onder andere de volgende punten:
- Vaststellen jaarrekening 2023
- Voorstel uitkering dividend
- Voorstel managementvergoeding bestuurder.
2.8
Gelijktijdig met het oproepingsbericht zijn de conceptjaarrekening 2023 en twee memo’s aan [de aandeelhouder] gestuurd als toelichting op de agendapunten. In het memo met betrekking tot de voorgestelde dividenduitkering is het volgende geschreven:
“(…)
Bij deze verzoek ik u in te stemmen met het dividendvoorstel ter hoogte van € 150.000,- (bruto), te weten € 36.000,- aan [de aandeelhouder] en € 114.000,- aan [de Holding] B.V. Partijen dienen zelf zorg te dragen voor een eventuele tijdige aangifte dividendbelasting (indien van toepassing).
De huidige solvabiliteit is zeer hoog (> 100%) en blijft ook na uitkering hoog (>100%). Bij [de aandeelhouder] zal de dividend uitkering (€ 36.000,-) worden verrekend met de vordering van KenneR Groep BV op zijn persoonlijke onderneming Reniva. Er lopen thans geen aansprakelijkstellingen en/of andere juridische procedures. Daarnaast zijn er voldoende liquiditeiten en blijven er ruim voldoende liquiditeiten over na deze uitkering. De vooruitzichten voor het jaar 2024 zien er ook goed uit.
2.9
In het memo met betrekking tot de voorgestelde managementvergoeding voor het bestuur is het volgende geschreven:
“(…)
Het bestuur van de onderneming dient sinds enige tijd alle taken volledig zelfstandig uit te voeren.
Bij deze wil ik u voorstellen om ook de managementfee[OK: van]
de bestuurder van de vennootschap, [de Holding] B.V., een managementfee van € 5.000,- per maand toe te kennen (met terugwerkende kracht per 1-1-2024).
Wij verzoeken u in de AVA in te stemmen met deze verhoging.
2.1
Blijkens de (concept)jaarrekening over 2023 bedroeg de (netto-)omzet in 2022 € 1.585.948 en in 2023 € 705.593. Dat is een daling in 2023 van ruim 55% ten opzichte van 2022.
2.11
[de aandeelhouder] heeft op 24 mei 2024 per e-mail aan [de Holding] laten weten niet aanwezig te zullen zijn op de aandeelhoudersvergadering omdat hij niet op tijd in Nederland kon zijn vanwege andere verplichtingen. In zijn e-mail schrijft hij verder onder meer: “
Although the company was established in 2019, a general meeting of shareholders has not been held before.
2.12
Uit de notulen van de aandeelhoudersvergadering van Kenner Groep van 31 mei 2024 blijkt dat de algemene vergadering – voor zover nu van belang – de volgende besluiten heeft genomen:
- het vaststellen van de jaarrekening 2023;
- een dividenduitkering van €150.000 in lijn met het vooraf rondgestuurde memo (zie 2.8); en,
- het vaststellen van de managementvergoeding van [de Holding] op € 5.000 per maand in lijn met het vooraf rondgestuurde memo (zie 2.9).
2.13
[de aandeelhouder] heeft bij brief van 27 juni 2024 zijn bezwaren geuit tegen het beleid en de gang van zaken van Kenner Groep. In diezelfde brief heeft hij [de Holding] nogmaals verzocht om de jaarrekeningen over de jaren 2019 tot en met 2022 en de onderliggende documenten met betrekking tot de vaststelling van deze jaarrekeningen door de algemene vergadering te verstrekken. De gevraagde documenten zijn niet aan [de aandeelhouder] verstrekt.

3.De gronden van de beslissing

Standpunten van partijen
3.1
[de aandeelhouder] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Kenner Groep en dat de toestand van de vennootschap het nodig maakt dat onmiddellijke voorzieningen worden getroffen. Als toelichting heeft [de aandeelhouder] – samengevat – het volgende naar voren gebracht:
- [de Holding] is tekortgeschoten in haar plicht om informatie te verschaffen aan [de aandeelhouder] omdat [de Holding] ondanks herhaalde verzoeken van [de aandeelhouder] de jaarrekeningen over 2019 tot en met 2022 niet heeft verstrekt.
- De besluiten met betrekking tot de dividenduitkering en de managementvergoeding zijn (ver)nietig(baar) omdat het oproepingsbericht van de aandeelhoudersvergadering van 31 mei 2024 niet per post aan [de aandeelhouder] is gestuurd. Dit is in strijd met de statuten van Kenner Groep. [de Holding] had een tegenstrijdig belang bij de op 31 mei 2024 door de algemene vergadering genomen besluiten en heeft onvoldoende transparantie en zorgvuldigheid betracht.
- Het is onduidelijk op welke wijze de bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde jaarrekeningen over de periode 2019 tot en met 2022 door de algemene vergadering van Kenner Groep zijn vastgesteld.
- De (netto-)omzet van Kenner Groep is in 2023 met meer dan 50 procent afgenomen ten opzichte van 2022 zonder dat hiervoor een sluitende verklaring is gegeven door [de Holding] .
3.2
Daartegenover hebben Kenner Groep c.s. gemotiveerd verweer gevoerd. De Ondernemingskamer zal hierna waar nodig op dit verweer ingaan.
3.3
De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
Vaststelling van de jaarrekeningen 2019-2022 en informatieverstrekking
3.4
Bij de Kamer van Koophandel zijn weliswaar de jaarrekeningen 2019-2022 gedeponeerd maar vast staat dat vóór 31 mei 2024 geen jaarrekeningen zijn vastgesteld in een algemene vergadering waarvoor [de aandeelhouder] is opgeroepen. Ook de informatieverstrekking over (de vaststelling van) de jaarrekeningen 2019-2022 is niet goed verlopen. Op grond van art. 2:212 BW heeft [de aandeelhouder] recht op een kosteloos afschrift van de jaarrekening, terwijl ook informatie over de vaststelling aan hem had moeten worden verstrekt, zeker nadat [de aandeelhouder] daar herhaaldelijk om had gevraagd (zie 2.6 en 2.13). Dit levert een gegronde reden op om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Kenner Groep. Dat geldt niet voor de cijfers over 2023 nu [de aandeelhouder] die heeft ontvangen bij de oproeping voor de algemene vergadering van 31 mei 2024.
3.5
Voor zover [de aandeelhouder] met zijn verwijzing naar de bezwarenbrief erover klaagt dat een toelichting op de omzetdaling is uitgebleven, mist hij daarbij voldoende belang nu Kenner Groep c.s. hierover in elk geval bij verweerschrift een verklaring heeft gegeven: 2021 en 2022 waren topjaren doordat tijdens de coronapandemie een grote vraag bestond naar mobiele sanitaire units. Daarnaast kon Reniva als vaste leverancier in 2023 niet meer leveren als gevolg van de aardbeving in Turkije in 2023.
Aandeelhoudersvergadering van 31 mei 2024
3.6
Nu de oproeping in afwijking van art. 25 lid 2 statuten geschiedde per e-mail in plaats van bij oproepingsbrief, terwijl [de aandeelhouder] met deze wijze van oproeping niet heeft ingestemd, zijn de besluiten van de algemene vergadering vernietigbaar (zie art. 2:15 lid 1, aanhef en onder a, BW). Onduidelijk is of de in art. 2:15 lid 5 BW bedoelde vervaltermijn waarbinnen de vernietiging van de besluiten moet zijn gevorderd, inmiddels is verstreken. Wat er echter zij van de vernietigbaarheid of onaantastbaarheid van de besluiten van 31 mei 2024, de oproeping per e-mail is van onvoldoende gewicht om twijfel aan het beleid of de gang van zaken van Kenner Groep te wekken. Uit zijn e-mail van 24 mei 2024 (zie 2.11) volgt namelijk dat [de aandeelhouder] de oproeping tijdig heeft ontvangen en dat hij de inhoud ervan heeft begrepen.
3.7
Voor zover [de aandeelhouder] klaagt over de dividenduitkering, hebben zijn bezwaren niet zozeer betrekking op de gang van zaken rondom het dividendbesluit, als wel op de verrekening door de Kenner Groep van de dividenduitkering met een door haar gepretendeerde vordering op Reniva. [de aandeelhouder] betwist namelijk dat is voldaan aan de eisen voor verrekening. Deze kwestie moet worden begrepen tegen de achtergrond van het feit dat het aan [de aandeelhouder] gelieerde Renevi voorschotbetalingen heeft aangewend ten behoeve van haar eigen bedrijfsvoering. Tegen die achtergrond moet de verrekening worden beschouwd als een geschil van overwegend vermogensrechtelijke aard waarvoor in deze enquêteprocedure geen plaats is.
3.8
Verder klaagt [de aandeelhouder] over de gang van zaken rondom de vaststelling van de managementvergoeding. Ingevolge art. 2:245 lid 1 BW wordt de bezoldiging vastgesteld door de algemene vergadering. In artikel 20 van de statuten is daarvan niet afgeweken. Bij de oproeping is voorgesteld dat de managementvergoeding zou worden vastgesteld op € 5.000 per maand per 1 januari 2024. Daarbij is als toelichting gegeven dat het bestuur sinds enige tijd alle taken zelfstandig diende uit te voeren. Ter zitting is namens Kenner Groep bevestigd dat de vennootschap ook nu nog operationeel is; dit volgt ook uit de advertenties van Kenner Groep op marktplaats.nl die [de aandeelhouder] heeft overgelegd. Het moge zo zijn dat [de Holding] een eigen belang bij de managementvergoeding heeft, tegelijk kan haar ook geen aanspraak op een redelijke vergoeding voor haar bestuurswerkzaamheden worden ontzegd. De hoogte van de vergoeding komt ook niet onredelijk voor. Al met al levert de vaststelling van de managementvergoeding geen grond op voor twijfel aan een juist beleid of een juiste gang van zaken.
Omzetdaling
3.9
Niet in geschil is dat de omzet in 2023 drastisch is teruggelopen. Kenner Groep c.s. heeft hiervoor een zakelijke verklaring gegeven; zie 3.5. Het had vervolgens op de weg van [de aandeelhouder] gelegen om nader toe te lichten waarom de omzetdaling niettemin een gegronde reden oplevert voor twijfel aan een juist beleid of een juiste gang van zaken. Die toelichting is uitgebleven. De Ondernemingskamer merkt in dit verband nog op dat het enkele door [de aandeelhouder] geuite ‘vermoeden’ dat een deel van de onderneming elders is ondergebracht of dat omzet wordt omgeleid onvoldoende is om twijfel te rechtvaardigen. Iedere onderbouwing ontbreekt op dit punt, terwijl [de aandeelhouder] met de door haar overgelegde advertenties van Kenner Groep op marktplaats.nl juist zelf laat zien dat de onderneming nog steeds actief is. De suggestie dat omzet zou zijn weggesluisd naar Kenger Meubelen B.V., een andere vennootschap die aan Kenger is gelieerd, mist iedere substantiëring.
Slotsom
3.1
De gang van zaken rondom de algemene vergaderingen waarin de jaarrekeningen 2019-2022 zijn vastgesteld en de informatievoorziening over die jaarrekeningen bieden gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. Ook had de oproeping voor de algemene vergadering van 31 mei 2024 niet per e-mail, maar per post moeten geschieden. Wel is deze oproeping door [de aandeelhouder] ontvangen en begrepen. Toch kan het verzoek op grond van een belangenafweging niet leiden tot toewijzing. De kern van het geschil tussen partijen draait om het verschil tussen de voorschotbetalingen en de daarvoor geleverde goederen. Die kwestie is vermogensrechtelijk van aard waarop de enquêteprocedure niet is toegesneden. Dit betekent dat het verzoek zal worden afgewezen.
3.11
De Ondernemingskamer zal [de aandeelhouder] als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de kosten van de procedure.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst het verzoek af;
veroordeelt [de aandeelhouder] in de kosten van de procedure tot op heden aan de kant van Kenner Groep B.V. en [de Holding] B.V. begroot op € 4.469.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. de Jongh, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en drs. A.G. Thomassen RT RV en dr. M.J.R. Broekema RV, raden, in tegenwoordigheid van mr. L. van Hoof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 augustus 2025.