ECLI:NL:GHAMS:2025:2223

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 juli 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
23-002428-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking van het hoger beroep

Op 31 juli 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 11 oktober 2024 was gewezen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar tijdens de zitting op 31 juli 2025 heeft de raadsvrouw van de verdachte meegedeeld dat de verdachte het hoger beroep wenste in te trekken. Het hof heeft echter vastgesteld dat intrekking van het hoger beroep niet mogelijk was, omdat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep al eerder was aangevangen.

Desondanks leidde de mededeling van de raadsvrouw tot de conclusie dat de verdachte zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet langer wenste te handhaven. Het hof heeft vervolgens overwogen dat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met enig onderzoek van de zaak, en heeft de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

De beslissing van het hof is als volgt: de verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Jongeling, in bijzijn van mr. J.M. Pattinama, griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 13-250857-24
parketnummer hoger beroep : 23-002428-24
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 31 juli 2025 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 oktober 2024 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 juli 2025.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van het standpunt van de verdachte en diens raadsvrouw en de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep op grond van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De raadsvrouw heeft ter terechtzitting van 31 juli 2025 meegedeeld dat de verdachte het door hem ingestelde hoger beroep wil intrekken. Intrekking van het hoger beroep is echter niet mogelijk, omdat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op een eerdere terechtzitting is aangevangen. Het hof leidt uit de mededeling van de raadsvrouw echter af dat de verdachte zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven. Nu het hof ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak, zal de verdachte niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, analoog aan het bepaalde in artikel 416, tweede lid, Sv.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. S. Jongeling, in bijzijn van mr. J.M. Pattinama, griffier.
mr. S. Jongeling