ECLI:NL:GHAMS:2025:214
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Duurzame ontwrichting van het huwelijk en proceskostenveroordeling in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de echtscheiding tussen een vrouw en een man, die in hoger beroep zijn gegaan na een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had op 15 mei 2024 de echtscheiding uitgesproken op verzoek van de man, maar de vrouw was het daar niet mee eens. Zij stelde dat het huwelijk niet duurzaam was ontwricht en dat er nog mogelijkheden waren voor verzoening, zoals mediation of relatietherapie. De vrouw heeft op 15 augustus 2024 hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank. Tijdens de zitting op 16 januari 2025 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De man volhardt in zijn verzoek tot echtscheiding en stelt dat de vrouw misbruik maakt van recht door een kansloos hoger beroep in te stellen. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw ontvankelijk is in haar hoger beroep, maar dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank en veroordeelt de vrouw in de proceskosten van de man, omdat zij zonder steekhoudende gronden in hoger beroep is gegaan.