ECLI:NL:GHAMS:2025:2042
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep tegen vrijspraak door rechtbank Noord-Holland
Op 2 juli 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarbij de verdachte op 11 oktober 2022 was vrijgesproken in de strafzaak met parketnummer 15-076433-21. Het Openbaar Ministerie had hoger beroep ingesteld tegen deze vrijspraak. Tijdens de zitting op 18 juni 2025 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het tenlastegelegde bewezen zou worden verklaard en dat de verdachte veroordeeld zou worden tot een taakstraf van 150 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaren. De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit en een voorwaardelijk verzoek gedaan.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd en is van mening dat de argumenten van de advocaat-generaal niet hebben geleid tot andere overwegingen dan die van de rechtbank. Het hof heeft vastgesteld dat het voorwaardelijk verzoek van de verdediging geen bespreking behoeft, omdat de voorwaarde niet is vervuld. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin de rechters M.L.M. van der Voet, M.J.A. Plaisier en B. de Wilde zitting hadden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van griffier I. Peetoom en is openbaar uitgesproken op de zitting van 2 juli 2025.