Uitspraak
1.[geïntimeerde 1] ,
. [geïntimeerde 2] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
2.10 Ten gevolge van de toedeling van de onverdeelde helft van de hiervoor in artikel 2.1 genoemde onroerende zaak aan de man, wordt de man overbedeeld.
(…) Het is nogal een heel verhaal waarin in de afgelopen jaren mijn volledige eigendomsbelangen zwaar geschonden zijn. Er is per direct herstel nodig en wel via verrekening van die € 90.000. (…). Er mag hier geen sprake zijn van zware benadeling doordat ik veel vermogen heb en zij niet. Zij heeft immers zwaar meegeprofiteerd met de meerwaarde doordat ik een paar ton euro extra in het huis gestoken heb (…). Daarbij deel ik u mede dat ik geen nalatig gedrag van uw kant tolereer. Of te wel eerst grondig onderzoek naar deze feiten en omstandigheden er is hier sprake van oplichting, oneigenlijke verkrijgingen, vernielingen en diefstal, fraude met verzekeringen zelfs.”
Bij herhaling wijs ik u erop dat verschillen van mening omtrent de uitvoering van het convenant alleen tussen de advocaten met partijen kan worden besproken; het notariaat heeft hierbij in deze geen functie.
4.De klacht
5.Beoordeling
alleaanhoudende berichten van klager acht het hof niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Ook deze klacht is daarom ongegrond. Het hof voegt daar het volgende nog aan toe. De toonzetting van de door klager verzonden e-mails, waarvan het hof enkele voorbeelden heeft gezien, heeft in de loop der tijd een zodanige toon aangenomen dat constructief contact nauwelijks nog mogelijk was. Van een behoorlijk handelend rechtzoekende mag worden verwacht dat hij zijn standpunten niet op agressieve of grievende wijze kenbaar maakt, ook in geval van verschil van inzicht. De wijze waarop klager zich in zijn correspondentie structureel en herhaaldelijk jegens notaris [geïntimeerde 1] heeft uitgelaten, is in dat licht onwenselijk en onaanvaardbaar.