ECLI:NL:GHAMS:2025:1935
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van de invoer van 488 kilo cocaïne in een kermisattractie
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 11 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk invoeren van 488 kilogram cocaïne in Nederland, verborgen in een kermisattractie. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, die in de periode van 3 april 2016 tot en met 11 april 2016 betrokken was bij het transport van de kermisattractie, niet kon worden bewezen dat hij wist dat er cocaïne in de attractie was vervoerd. Het hof heeft de vrijspraak gebaseerd op het gebrek aan overtuigend bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de cocaïne. De advocaat-generaal had betoogd dat de verdachte verantwoordelijk was voor het transport en dat hij betrokken was bij de criminele organisatie, maar het hof vond de bewijsvoering onvoldoende. De verdachte ontkende betrokkenheid en voerde aan dat anderen mogelijk verantwoordelijk waren voor de invoer van de cocaïne. Het hof heeft de gesprekken en camerabeelden die door het openbaar ministerie werden gepresenteerd, niet als voldoende bewijs beschouwd om de schuld van de verdachte vast te stellen. Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.