3.9Bij (tussen)vonnis van 6 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter in kort geding
drs. [curator] benoemd als bijzondere curator over [minderjarige ] . De bijzondere curator heeft op 13 maart 2024 verslag uitgebracht, waarin zij onder andere het volgende heeft gesteld:
1. Wat vindt [minderjarige ] van het verblijf in [plaats A] (Nederland), in het bijzonder op haar
middelbare scholen daar?
[minderjarige ] vond het in [plaats A] wel oké. Ze heeft nog contact met vriendinnen van de
school waar zij op zat. Zij heeft geen slecht gevoel over de school waar zij vandaan
kwam.
2. Wat vindt [minderjarige ] van haar verblijf in Frankrijk sinds kerst 2023? Hoe vindt zij haar
woonomgeving? Spreekt ze Frans? Gaat ze naar school?
[minderjarige ] vindt het heel fijn in Frankrijk. Voor haar voelt het als thuis. Zij heeft een
eigen plek op de boerderij. Zij gaat naar school. Dit vindt zij fijn en het lukt haar om
sociale contacten te maken. [minderjarige ] spreekt wel Frans, maar nog niet goed genoeg. Zij
zal daarom extra Franse les krijgen.
3. Lijkt [minderjarige ] de gevolgen van het wonen in Frankrijk te kunnen overzien?
Met betrekking tot haar dagelijks leven lijkt [minderjarige ] goed te overzien wat het betekent
om in Frankrijk te wonen. Zij is bereid om de taal beter te leren en zij houdt contact
met mensen in Nederland Doordat de woning van haar moeder in [plaats A] er nog
gewoon is en zij het voorbeeld heeft van haar grote zus die in [plaats A] blijft om te
studeren, is de weg naar Nederland terug voor haar laagdrempelig mogelijk.
Haar beeld van de toekomst is concreet. Zij wil al vanaf dat zij klein is, met kleine
kinderen werken.
4. Hoe is de relatie met haar moeder?
[minderjarige ] omschrijft de relatie met haar moeder als goed. Zij lijkt wel in staat om ook het
handelen van moeder kritisch te bezien. Zij voelt zich door moeder gesteund en zij
vindt het logisch dat haar moeder haar de vrijheid gaf om te demonstreren en om naar
Frankrijk te gaan.
5. Hoe was/is de relatie met haar vader? Waarom is er momenteel geen contact met haar
vader?
[minderjarige ] vertelt dat zij eigenlijk nooit een relatie met haar vader heeft ervaren. Hij is
altijd heel boos geweest. Dit is na de scheiding niet veranderd Zij vertelt dat zij niet
met hem in contact kan zijn zolang de boosheid er bij vader is. De spanningen zijn te
groot en de focus op het doel om in Frankrijk te blijven zorgt ervoor dat [minderjarige ] op dit
moment geen ruimte ervaart voor een herstel met haar vader.
6. Wil [minderjarige ] de voorzieningenrechter spreken?
[minderjarige ] is bereid tot een gesprek met de voorzieningenrechter. Dit zou dan wel een
online gesprek moeten zijn, in verband met school.
7. Kan de bijzondere curator op basis van dit beperkte onderzoek advies uitbrengen over
het fysieke en emotionele welzijn van [minderjarige ] in Frankrijk?
Ik heb geen zorgen over het fysieke welzijn van [minderjarige ] . Met betrekking tot haar welzijn
op alle andere gebieden, zie ik een intelligent meisje dat in staat is tot het maken van
sociaal contact en dat het in Frankrijk zal kunnen redden. Ik weet niet zeker of haar
wensen voor de toekomst samenhangen met de wens om in Frankrijk te kunnen
blijven. Of zij een andere ambitie zal ontwikkelen als haar Frans zo goed is dat zij
onderwijs kan volgen op haar niveau, zal de tijd moeten leren.
[minderjarige ] is in Frankrijk blij, zij voelt zich ontspannen en geniet van het samenleven met
de mensen waar zij nu woont.
8. Kan de bijzondere curator op basis van dit beperkte onderzoek advies uitbrengen hoe
het contact tussen [minderjarige ] en haar vader zou kunnen worden hersteld?
Hier zal hulp bij nodig zijn, ik denk dat vader en [minderjarige ] elkaar wel terug kunnen
vinden, nadat de procedures voorbij zijn. Wellicht kan er onder begeleiding van een
systeemtherapeut een begin worden gemaakt, waarbij [minderjarige ] aan haar vader kan
vertellen wat zijn voelt en vader en [minderjarige ] met elkaar in gesprek kunnen gaan. [minderjarige ]
heeft op dit moment het gevoel dat vader tegen haar strijdt en haar tegen wil houden
een mooi leven te leiden in Frankrijk. Vader heeft het gevoel dat hij voor [minderjarige ] strijdt
en haar leven in Nederland wil borgen. Vader strijdt in zijn gevoel niet tegen [minderjarige ] ,
maar tegen moeder.
De spanningen nu, staan een herstel van contact in de weg. Ik gun het [minderjarige ] om
onder begeleiding van een systeemtherapeut met haar vader te onderzoeken naar wat
er wel mogelijk is.
Het inzetten van een vorm van therapie zal alleen mogelijk en wenselijk zijn, indien
[minderjarige ] zelf aangeeft dit te willen. Op dit moment wil zij dat niet.
Wellicht kan dit laagdrempelig via beeldbellen vanaf een neutrale plek (bijvoorbeeld
het kantoor van een therapeut, of dat nou in Nederland of in Frankrijk is).
Gezien de geschiedenis van de scheiding en het verloop van de periode daarna, is het
logisch dat [minderjarige ] het gevoel heeft dat er loyaliteit van haar wordt gevraagd. Haar
ouders gingen uit elkaar in de periode van pre-puberteit. Dat zij in die periode een
sterke eigen wil heeft ontwikkeld, is logisch. Immers, zij kon er niet op vertrouwen dat
haar ouders het samen konden fixen. Zodoende is zij dit zelf gaan doen. Met de steun
van haar moeder heeft dit gezorgd voor een meisje dat demonstreert voor de
rechtbank en dat bij haar moeder aandringt op een vertrek naar Frankrijk. Deels zal zij uitvoering geven op deze manier aan het appèl van loyaliteit dat zij voelt, maar zeker zijn haar beslissingen ook voortgekomen uit haar eigen verlangen naar de rust en harmonie die zij in Frankrijk ervaart. Eerst zal [minderjarige ] het gevoel moeten hebben dat er geen juridische strijd meer is, voordat zij zelf open zal staan voor enige vorm van herstel van contact”.