In deze zaak heeft het bestuur, de Raad van Commissarissen (RvC) en de Ondernemingsraad (OR) van Kanteel Beheer B.V. op 4 juni 2024 een verzoekschrift ingediend bij de Ondernemingskamer. Zij vroegen om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken binnen de onderneming, alsook om onmiddellijke voorzieningen. Stichting Kanteel heeft op 5 september 2024 gereageerd met een verweerschrift waarin zij verzocht om de verzoekers niet-ontvankelijk te verklaren of hun verzoeken af te wijzen. De behandeling vond plaats op 26 september 2024, waar partijen hun standpunten toelichtten en een deskundige werd voorgesteld om een minnelijke regeling te verkennen.
Op 8 april 2025 heeft mr. Van Erpers Roijaards namens de verzoekers meegedeeld dat er een minnelijke regeling was getroffen en verzocht om de beëindiging van de enquêteprocedure. Op 9 juni 2025 heeft de Ondernemingskamer mr. Heuvelmans gevraagd om zich uit te laten over dit verzoek, waarop bevestiging volgde dat partijen een regeling hadden bereikt. De Ondernemingskamer heeft vervolgens geoordeeld dat, gezien de overeenstemming, er geen belang meer bestond bij de beoordeling van het verzoek, en heeft de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen proceskostenveroordeling uitgesproken, gezien de inhoud van de schikking.