ECLI:NL:GHAMS:2025:1752
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot nakoming van zorgregeling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering van de moeder tot nakoming van een zorgregeling voor haar minderjarige kinderen. De moeder was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland, die haar vordering had afgewezen. De moeder en de vader zijn gescheiden en hebben samen twee minderjarige kinderen. De moeder vorderde dat de vader zou worden veroordeeld tot nakoming van de zorgregeling die was vastgesteld in een eerdere beschikking van de rechtbank. De vader voerde verweer en stelde dat de kinderen geen contact meer wilden met de moeder, wat door het hof werd erkend. Het hof oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren veranderd dat nakoming van de zorgregeling niet in het belang van de kinderen werd geacht. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en wees de vorderingen van de moeder af. Tevens werd de vader aangespoord om de ontwikkeling van de banden tussen de kinderen en de moeder te bevorderen, ondanks de huidige situatie. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.