ECLI:NL:GHAMS:2025:1750
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van een hoger beroep
In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling van de minderjarige [minderjarige] Dekker. De kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland heeft op 30 december 2024, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, besloten om [minderjarige] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers voor de duur van een jaar. De moeder van [minderjarige] is het niet eens met deze beslissing en heeft op 26 februari 2025 hoger beroep aangetekend. De Raad en de vader steunen de beslissing van de kinderrechter. Tijdens de zitting op 21 mei 2025 is de moeder bijgestaan door haar advocaat en een tolk, terwijl de Raad en de vader ook aanwezig waren. De GI was niet verschenen. Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de ouders niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren over de opvoeding van [minderjarige]. De moeder betoogt dat er geen ontwikkelingsbedreiging is, maar het hof oordeelt anders. De minderjarige ervaart een loyaliteitsconflict tussen haar ouders, wat leidt tot een ernstige ontwikkelingsbedreiging. Het hof oordeelt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft en bekrachtigt de eerdere beschikking van de kinderrechter.