ECLI:NL:GHAMS:2025:1715
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot voeging en tussenkomst in Dexia-zaak; partij handelt in hoedanigheid van niet-handelende partner en als erfgename van de handelende partner; voldoende belang; geen strijd met de goede procesorde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juli 2025 uitspraak gedaan in een incident tot voeging en tussenkomst in een Dexia-zaak. De eiseres in het incident, erfgename van een handelende partner, heeft verzocht om als tussenkomende partij te worden toegelaten in de hoofdzaak tussen Dexia Nederland B.V. en [geïntimeerde]. Dexia heeft zich verzet tegen deze vordering en geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van erfgename. Het hof heeft echter geoordeeld dat erfgename voldoet aan de eisen voor toelating als gevoegde partij en als tussenkomende partij, en dat zij een voldoende belang heeft. Het hof heeft vastgesteld dat er geen strijd is met de goede procesorde, ondanks de argumenten van Dexia. De incidentele vordering van erfgename is toegewezen, en het hof heeft de hoofdzaak verwezen naar de rol voor een memorie aan de zijde van erfgename. Dexia is veroordeeld in de kosten van het incident, die aan de zijde van erfgename zijn begroot op nihil, omdat er geen significante werkzaamheden zijn verricht. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken op 1 juli 2025.