ECLI:NL:GHAMS:2025:1687

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
30 juni 2025
Zaaknummer
200.320.589/02 0K en 200.320.678/02 0K
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van voorzieningen in een enquêteprocedure betreffende de vennootschap Esperaza Holding B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 11 juni 2025 een beschikking gegeven in het kader van een enquêteprocedure betreffende de vennootschap Esperaza Holding B.V. De zaak betreft twee verzoeken, ingediend door de vennootschap Sociedade Nacional de Combustíveis de Angola – Sonangol E.P. (hierna: Sonangol) en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Esperaza Holding B.V. (hierna: Esperaza). Sonangol verzocht om verlenging van de bij beschikking van 15 juni 2023 getroffen voorzieningen, die onder andere inhielden dat mr. dr. C.B. Schutte als tijdelijk bestuurder van Esperaza werd benoemd en dat de aandelen in Esperaza, waarop Exem Energy B.V. aanspraak maakt, ten titel van beheer aan mr. J.R. Berkenbosch werden overgedragen.

De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de omstandigheden die ten grondslag lagen aan de eerdere voorzieningen ongewijzigd zijn gebleven, en dat de vernietigingsprocedure bij het gerechtshof Amsterdam nog loopt. De Ondernemingskamer heeft daarom besloten de termijn van de getroffen voorzieningen met twee jaar te verlengen, tot 15 juni 2027. Tevens is besloten dat de kosten van de bestuurder en de beheerder van aandelen ten laste komen van Esperaza, die hiervoor zekerheid dient te stellen.

De Ondernemingskamer heeft het verzoek van Exem c.s. om mr. Schutte te vervangen als tijdelijk bestuurder afgewezen, omdat er geen aanleiding was om aan te nemen dat hij zijn taken niet naar behoren vervulde. De Ondernemingskamer heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De beschikking is openbaar uitgesproken op 11 juni 2025.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummers: 200.320.589/02 OK en 200.320.678/02 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 11 juni 2025
in de zaak met zaaknummer: 200.320.589/02 OK van
de vennootschap naar buitenlands recht
SOCIEDADE NACIONAL DE COMBUSTÍVEIS DE ANGOLA – SONANGOL E.P.,
gevestigd te Luanda, Angola,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. M.J. Drop, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESPERAZA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. L. Heide-Jørgensenen
mr. J.G. Geertsma, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.mr. R.P.A. DE WIT enmr. C. VAN DE MEENT,

in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM ENERGY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. M. Woltersen
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken, kantoorhoudende te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM ENERGY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
3.
[oud-bestuurder],
wonende te [plaats] ,

4.[oud-bestuurder Exem] ,

wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. J.Ph. de Korteen
mr. G.J. Wilts, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

5.[bestuurder Esparaza I] ,

wonende te [plaats] ,
6.
[bestuurder Esparaza II],
wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. L. Heide-Jørgensenen
mr. J.G. Geertsma, kantoorhoudende te Amsterdam,
en in de zaak met nummer 200.320.678/02 OK van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESPERAZA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
[bestuurder Esparaza I],
wonende te [plaats] ,
[bestuurder Esparaza II],
wonende te [plaats] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. L. Heide-Jørgensenen
mr. J.G. Geertsma, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ESPERAZA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. L. Heide-Jørgensenen
mr. J.G. Geertsma, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de vennootschap naar buitenlands recht
SOCIEDADE NACIONAL DE COMBUSTÍVEIS DE ANGOLA – SONANGOL E.P.,
gevestigd te Luanda, Angola,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.J. Drop, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

2.mr. R.P.A. DE WIT enmr. C. VAN DE MEENT,

in hun hoedanigheid van curatoren in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM ENERGY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. M. Woltersen
mr. W.D.M. van Tuyll van Serooskerken, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXEM ENERGY B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4.
[oud-bestuurder],
wonende te [plaats] ,
5.
[oud-bestuurder Exem],
wonende te [plaats] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. J.Ph. de Korteen
mr. G.J. Wilts, kantoorhoudende te Amsterdam,
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • Sociedade Nacional de Combustíveis de Angola – Sonangol E.P. als Sonangol;
  • Esperaza Holding B.V. als Esperaza;
  • mr. R.P.A. de Wit en mr. C. van de Meent tezamen als de curatoren van Exem;
  • Exem Energy B.V. als Exem;
  • [oud-bestuurder] als [oud-bestuurder] ;
  • [oud-bestuurder Exem] als [oud-bestuurder Exem] ;
  • Exem, vertegenwoordigd door haar bestuur en procederend buiten bezwaar van de boedel, tezamen met [oud-bestuurder] en [oud-bestuurder Exem] als Exem c.s.;
  • [bestuurder Esparaza I] als [bestuurder Esparaza I] ;
  • [bestuurder Esparaza II] als [bestuurder Esparaza II] ;
  • mr. dr. C.B. Schutte (de OK-bestuurder) als Schutte;
  • mr. J.R. Berkenbosch (de OK-beheerder) als Berkenbosch

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 17 en 22 september 2020, 18 januari 2021, 3 november 2022 en 30 december 2022 (alle onder nummer 200.275.461/01 OK), van 23 juni 2021 (onder nummer 200.275.461/02 OK) en van 15 juni 2023 (onder nummers 200.320.589/01 OK en 200.320.678/01 OK).
1.2
Bij de beschikkingen van 17 en 22 september 2020 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Esperaza over de periode vanaf 1 januari 2017 en bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, voor zover thans van belang, Schutte benoemd tot zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegde bestuurder van Esperaza met beslissende stem en de aandelen in Esperaza waar Exem aanspraak op maakt ten titel van beheer overgedragen aan Berkenbosch.
1.3
Bij beschikking van 15 juni 2023 heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat is gebleken van wanbeleid bij Esperaza in de periode vanaf 14 november 2017 tot en met 17 november 2017 en dat [oud-bestuurder] , [oud-bestuurder Exem] , Exem, [natuurlijk persoon 1] , [natuurlijk persoon 2] , [natuurlijk persoon 3] en wijlen [natuurlijk persoon 4] daarvoor verantwoordelijk zijn. Voorts heeft de Ondernemingskamer bepaalde eindvoorzieningen getroffen, waaronder de benoeming van Schutte als vertegenwoordigingsbevoegde bestuurder van Esperaza met beslissende stem en de overdracht ten titel van beheer aan Berkenbosch van de aandelen in Esperaza waarop Exem aanspraak maakt , beide eerst voor de duur van twee jaar en met de mogelijkheid om tijdig om verlenging te verzoeken (beide voorzieningen tezamen hierna: de voorzieningen).
1.4
Bij verzoekschrift van 18 april 2025 heeft Sonangol, kort gezegd, verzocht de bij beschikking van 15 juni 2023 getroffen voorzieningen te verlengen voor de duur van twee jaar.
1.5
Bij verweerschrift van 12 mei 2025 hebben Esperaza, [bestuurder Esparaza I] en [bestuurder Esparaza II] , samengevat, verzocht het verzoek van Sonangol toe te wijzen in beide zaken (nummers 200.320.589/01 OK en 200.320.678/01 OK).
1.6
Bij verweerschrift van 16 mei 2025 hebben de curatoren van Exem, samengevat, verzocht het verzoek van Sonangol toe te wijzen.
1.7
Bij verweerschrift van 16 mei 2025 hebben Exem c.s. zich, kort gezegd, gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer voor wat betreft het verzoek van Sonangol, met dien verstande dat zij verzoeken mr. Schutte, de door de Ondernemingskamer aangestelde bestuurder van Esperaza, te vervangen door een andere persoon.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Bij arbitraal vonnis van 23 juli 2021 (NAI 4687) heeft het scheidsgerecht – kort gezegd – geoordeeld dat de verkoop en levering van de aandelen in Esperaza aan Exem nietig zijn wegens strijd met de openbare orde. Exem heeft bij het gerechtshof Amsterdam een vordering tot vernietiging van het arbitraal vonnis ingesteld.
2.2
In de beschikking van 15 juni 2023 heeft de Ondernemingskamer het volgende overwogen:
“Verder acht de Ondernemingskamer het geboden dat Schutte in functie blijft als bestuurder van Esperaza met beslissende stem. Voldoende aannemelijk is geworden dat zonder de herbenoeming van Schutte in deze functie de toegang van Esperaza tot de diensten van banken en andere Wwft-plichtige dienstverleners en de uitkering van dividend door Amorim Energia B.V. (opnieuw) in gevaar komt omdat deze dienstverleners en Amorim Energia B.V. in verband met de lopende vernietigingsprocedure bij het hof Amsterdam niet het risico kunnen uitsluiten dat de band tussen Esperaza en [oud-bestuurder] wordt hersteld. (…) Vooralsnog wordt een benoeming voor de duur van twee jaar passend geacht. Zo nodig kan tijdig om verlenging van deze termijn worden verzocht. (…) Om dezelfde redenen acht de Ondernemingskamer het geboden om de overdracht ten titel van beheer aan Berkenbosch van de aandelen in Esperaza waarop Exem aanspraak maakt te continueren, vooralsnog eveneens voor de duur van twee jaar. Zo nodig kan ook om verlenging van deze termijn worden verzocht.”
2.3
Op 15 juni 2025 loopt de termijn van twee jaar af. Partijen zijn het erover eens dat de hierboven omschreven omstandigheden en daarmee de aan de voorzieningen ten grondslag liggende redenen – voor zover relevant – ongewijzigd zijn gebleven. Daarbij wijzen zij alle op het feit dat de vernietigingsprocedure bij het gerechtshof Amsterdam nog loopt. In zoverre zijn partijen het erover eens dat verlenging van de termijn van de voorzieningen geboden is. De Ondernemingskamer zal dan ook overgaan tot verlenging van de voorzieningen, waarbij wederom tijdig om verlenging kan worden verzocht.
2.4
Dat brengt de Ondernemingskamer op de vraag naar de personele invulling van deze voorzieningen. Tegen de herbenoeming van Berkenbosch als beheerder van aandelen zijn geen bezwaren aangevoerd; de Ondernemingskamer zal zijn termijn met twee jaar verlengen. Resteert de vraag of aanleiding bestaat om in plaats van Schutte een ander als tijdelijk bestuurder van Esperaza te benoemen, zoals verzocht door Exem c.s.
2.5
Sonangol heeft zich daarbij allereerst op het standpunt gesteld dat Exem c.s. geen belanghebbende (meer) zijn ten aanzien van het verzoek om verlenging van de getroffen voorzieningen. Het arbitraal vonnis is in kracht van gewijsde gegaan en daarmee staat volgens Sonangol tussen partijen vast dat Exem geen aandeelhouder van Esperaza is (geweest) en dat Exem c.s. dus geen eigen belang hebben bij de verzochte vervanging van Schutte als tijdelijk bestuurder van Esperaza. De Ondernemingskamer volgt Sonangol daarin niet. Weliswaar is juist dat het arbitraal vonnis tussen de betrokken partijen gezag van gewijsde heeft en ervan moet worden uitgegaan dat Exem geen aandeelhouder van Esperaza is, maar hangende de vernietigingsprocedure bij het gerechtshof Amsterdam kan niet worden uitgesloten dat die situatie weer verandert. Bij die stand van zaken hebben Exem c.s. nog steeds een zodanig eigen belang ter zake van de bij Esperaza getroffen voorzieningen dat zij in deze procedure behoren te mogen opkomen ter bescherming van dat belang. Dit betekent dat Exem c.s. als belanghebbenden in hun verzoek tot vervanging van Schutte als tijdelijk bestuurder van Esperaza kunnen worden ontvangen.
2.6
Exem c.s. leggen aan het verzoek om Schutte te vervangen ten grondslag dat Schutte niet zozeer de belangen van Esperaza dient, als wel zijn eigen financiële belangen en de belangen van Sonangol als aandeelhouder. Volgens Exem c.s. voert Schutte, al dan niet samen met Sonangol, onnodige procedures tegen Exem c.s. en gelieerde partijen, waarbij Esperaza soms de advocaat van Sonangol en soms kantoorgenoten van Schutte inschakelt. Daarnaast vertraagt Schutte de voortgang in het enquêteonderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Exem doordat hij Esperaza de kosten van dat onderzoek niet tijdig laat voldoen. Verder wijst Exem op het feit dat Schutte samen met een kantoorgenote (tevens zijn echtgenote) het bestuur vormt van de Stichting Derdengelden OK 200922, een in samenspraak met de Amsterdamse deken opgerichte stichting die verantwoordelijk is voor het beheer van de gelden van Esperaza. Volgens Exem is deze stichting kennelijk opgericht met in ieder geval ook het doel dat Berkenbosch geen of verminderd toezicht kan houden op de geldstromen van Esperaza. Omdat Schutte enkel samen met zijn kantoorgenote bevoegd is Stichting Derdengelden OK 200922 te vertegenwoordigen, is hij in weerwil van de beschikking van 17 september 2020 feitelijk niet zelfstandig bevoegd Esperaza in alle opzichten te vertegenwoordigen, aldus steeds Exem c.s.
2.7
De overige partijen en Berkenbosch hebben ter zitting toegelicht waarom zij menen dat Schutte zijn taken als bestuurder van Esperaza uitstekend verricht.
2.8
De Ondernemingskamer heeft geen enkele aanleiding te veronderstellen dat Schutte zijn taken als tijdelijk bestuurder van Esperaza niet naar behoren verricht. Schutte heeft zich als bestuurder te richten naar het belang van Esperaza en haar onderneming. Schutte heeft dat ook gedaan. De Ondernemingskamer stelt vast dat Schutte zijn taken als tijdelijk bestuurder onder bijzonder lastige omstandigheden moet verrichten. Zo is hij zijdens Exem c.s. bijna onmiddellijk na zijn benoeming aansprakelijk gesteld, rusten er diverse deels strafrechtelijke beslagen op het vermogen van Esperaza, lopen er strafrechtelijke onderzoeken naar voorheen bij Esperaza betrokken personen in diverse jurisdicties en hebben banken en andere (financieel) dienstverleners hun dienstverlening opgeschort of geweigerd zolang [oud-bestuurder] of aan haar gelieerde personen nog op enigerlei wijze betrokken zijn bij Esperaza.
2.9
Onder deze lastige omstandigheden heeft Schutte er onder meer voor gezorgd dat Esperaza met behulp van Stichting Derdengelden OK 200922 weer kan beschikken over een bankrekening en dividend kan ontvangen. Aldus heeft Esperaza de controle over haar activa herkregen, is de financiële administratie van Esperaza op orde gebracht en is de relatie met Amorim Energia B.V. hersteld, met als gevolg dat Esperaza haar (aandeelhouders)rechten weer kan uitoefenen. Dat Stichting Derdengelden OK 200922 twee gezamenlijk bevoegde bestuurders kent is prudent, strekt ter bescherming van de belangen van Esperaza en dit levert in de praktijk ook geen vertegenwoordigingsproblemen op. Berkenbosch herkent zich niet in de stelling dat de stichting bedoeld zou zijn om de geldstromen van Esperaza aan het zicht van de beheerder van aandelen te onttrekken. Dat de namens Esperaza gevoerde procedures ten onrechte aanhangig zijn gemaakt is geenszins gebleken, laat staan dat deze door Schutte zouden zijn gestart met het oogmerk zichzelf en zijn kantoorgenoten een financieel voordeel te bezorgen. Exem c.s. hebben ook niet meer betwist dat de werkzaamheden grotendeels zijn uitbesteed aan derden, zoals Schutte bij de mondelinge behandeling heeft toegelicht. Het inschakelen van de advocaat van Sonangol in een procedure tot verhaal van door Esperaza en Sonangol geleden schade ligt voor de hand omdat de belangen daarbij parallel lopen en deze advocaat het dossier goed kent, hetgeen kostenbesparend werkt. Verder heeft Schutte zich op goede gronden op het standpunt gesteld dat Esperaza niet gehouden is de kosten van de enquête bij Exem te voldoen en heeft hij dus terecht een afweging gemaakt in hoeverre het betalen van een aanvullend voorschot nog in het belang van Esperaza zou zijn. Overigens heeft hij besloten dat Esperaza ook die extra kosten zal voorschieten.
2.1
De slotsom is dat de Ondernemingskamer geen aanleiding ziet om een ander in de plaats van Schutte te benoemen tot tijdelijk bestuurder van Esperaza. Het daartoe strekkende verzoek van Exem c.s. wordt afgewezen. Het verzoek om de termijn van de bij beschikking van 15 juni 2023 getroffen voorzieningen met twee jaar te verlengen zal worden toegewezen. Zo nodig kan opnieuw verlenging van deze termijn worden verzocht.
2.11
De Ondernemingskamer ziet geen reden om een proceskostenveroordeling uit te spreken.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
in beide zaken:
verlengt de termijn waarvoor mr. dr. C.B. Schutte bij beschikking van 15 juni 2023 is benoemd tot bestuurder van Esperaza Holding B.V. met twee jaren, dat wil zeggen tot 15 juni 2027;
verlengt de termijn waarvoor de aandelen die Exem Energy B.V. stelt te houden in Esperaza Holding B.V. bij beschikking van 15 juni 2023 ten titel van beheer zijn overgedragen aan mr. J.R. Berkenbosch met twee jaren, dat wil zeggen tot 15 juni 2027;
bepaalt dat het salaris en de kosten van de bestuurder en van de beheerder van aandelen ten laste komen van Esperaza Holding B.V. en bepaalt dat Esperaza Holding B.V. voor de betaling daarvan ten genoegen van de bestuurder respectievelijk de beheerder zekerheid dient te stellen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. A.P. Wessels, en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en mr. S.M. Zijderveld, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.C.W. Wijffels, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025.