ECLI:NL:GHAMS:2025:1629
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Eindarrest in hoger beroep over de echtheid van een factuur en onverschuldigde betaling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 juni 2025 een eindarrest uitgesproken in een hoger beroep. De appellant, handelend onder de naam [bedrijf 1], had een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, [geïntimeerde], met betrekking tot een factuur die door de appellant was ingediend. De geïntimeerde betwistte de echtheid van deze factuur en stelde dat deze vals was. Het hof oordeelde dat de appellant er niet in was geslaagd tegenbewijs te leveren voor de stelling van de geïntimeerde dat de factuur vals was. Het hof bekrachtigde het bestreden vonnis en wees de in hoger beroep vermeerderde vordering van de geïntimeerde tot betaling van een bedrag uit onverschuldigde betaling toe. De appellant werd veroordeeld tot betaling van € 342,90, vermeerderd met wettelijke rente, en werd ook veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Het hof benadrukte dat de appellant geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om getuigen te horen, wat zijn positie verzwakte. De uitspraak is openbaar gedaan door de meervoudige burgerlijke kamer van het hof.