ECLI:NL:GHAMS:2025:160
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van bedreiging met een mes
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van bedreiging met een mes jegens twee hulpverleners, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], op 26 september 2022. De rechtbank had eerder een veroordeling uitgesproken, maar de verdachte heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting in hoger beroep op 9 januari 2025 heeft de raadsvrouw van de verdachte betoogd dat er geen opzet was om de aangevers te bedreigen. De verdachte verklaarde dat hij het mes had gepakt om zichzelf te verwonden, niet om anderen te bedreigen. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte en de getuigen zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor de opzet van de verdachte om de aangevers te bedreigen. De gedragingen van de verdachte, hoewel potentieel bedreigend, waren niet voldoende om aan te nemen dat hij zich bewust was van de kans dat zijn gedrag als bedreigend zou worden ervaren. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.