ECLI:NL:GHAMS:2025:1578
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitleg en aanvulling van de uiterste wilsbeschikking van erflater in het kader van erfopvolging na de geboorte van een kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uitleg van de uiterste wilsbeschikking van erflater, die in 2023 is overleden. De zaak betreft een samenwonend paar, [eiser] en erflater, die meer dan 30 jaar een affectieve relatie hadden en samen een kind, [de erven], hebben gekregen. Bij het opstellen van hun testamenten gingen zij ervan uit dat zij geen kinderen zouden krijgen. Na de geboorte van [de erven] is de uitvoering van de uiterste wilsbeschikking van erflater, die zijn partner als erfgenaam benoemde, blijvend onmogelijk geworden. Het hof oordeelt dat uit de uiterste wil van erflater kan worden afgeleid dat hij, indien hij had geweten dat er een kind zou worden geboren, zijn testament anders zou hebben opgesteld. Het hof heeft de testamentaire beschikking van erflater aangevuld, zodat zowel [eiser] als [de erven] als erfgenamen worden benoemd. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de rechtbank en verklaart de aanvulling van het testament uitvoerbaar bij voorraad.