ECLI:NL:GHAMS:2025:1540

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
23-000079-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep ex art. 416 lid 2 Sv

Op 22 mei 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 12 december 2022 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1985, die hoger beroep had ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 22 mei 2025 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep.

De raadsman van de verdachte heeft op 21 mei 2025 per e-mail aangegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wenst te handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou kunnen pleiten voor nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep.

De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 mei 2025.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000079-23
datum uitspraak: 22 mei 2025
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 12 december 2022 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-067855-22 en 13-209772-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
adres: [adres] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 22 mei 2025.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens een e-mailbericht van de raadsman van de verdachte van 21 mei 2025 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C. Beuze, mr. M.L.M. van der Voet en mr. P.J. van Eekeren, in tegenwoordigheid van mr. S.K. van Eck, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 mei 2025.