ECLI:NL:GHAMS:2025:1501
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de zorgregeling in hoger beroep met betrekking tot de minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige]. De vader, verzoeker in hoger beroep, was het niet eens met de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 3 juni 2024, waarin was bepaald dat de zorg- en opvoedingstaken tussen hem en de moeder om en om verdeeld zouden worden. De vader verzocht dat de moeder het halen en brengen van de minderjarige voor haar rekening zou nemen, terwijl de moeder de bestreden beschikking wilde bekrachtigen. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders beiden de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit hebben en dat de minderjarige bij de moeder woont. De vader heeft aangevoerd dat hij door zijn gezondheidstoestand niet in staat is om de minderjarige op te halen en weer terug te brengen, maar het hof oordeelde dat hij onvoldoende had aangetoond dat hij niet in staat was om dit één keer per maand te doen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van de minderjarige voorop stond. De ouders zijn beiden verantwoordelijk voor het contact met de andere ouder en het hof heeft geoordeeld dat de verdeling van het halen en brengen van de minderjarige om en om redelijk is, gezien de omstandigheden.