Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
‘Meerwerk conform opgave / opdracht 31-08’. In dit bedrag
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
€ 2.356,50(tarief III, 1,5 punten x € 1.571,00)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 3 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een vordering van Consilium Total Installation Technology B.V. tegen een particuliere opdrachtgever, hier aangeduid als [geïntimeerde]. Consilium had in eerste aanleg een bedrag van € 25.332,19 gevorderd voor extra werkzaamheden die zij had verricht aan het appartement van [geïntimeerde], bovenop een eerder door de rechtbank toegewezen bedrag van € 5.000,00. De rechtbank had geoordeeld dat de prijsafspraak tussen partijen niet transparant was en dat Consilium onvoldoende had onderbouwd dat haar vordering het toegewezen bedrag te boven ging.
In hoger beroep heeft Consilium de rechtbankuitspraak bestreden en verzocht om vernietiging van het vonnis, maar het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank bekrachtigd. Het hof oordeelde dat Consilium niet voldoende feiten en omstandigheden had gesteld die konden leiden tot een hogere toewijzing dan het bedrag van € 5.000,00. Het hof wees erop dat Consilium onvoldoende bewijs had geleverd ter onderbouwing van haar vordering en dat de door [geïntimeerde] ingebrachte begrotingen van externe partijen de waarde van de verrichte werkzaamheden op € 5.000,00 hadden geschat. Het hof concludeerde dat de grieven van Consilium faalden en dat de eerdere uitspraak van de rechtbank in stand bleef, waarbij Consilium ook werd veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.