Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
12 juli 2023 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter), onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiseres en Juristu als gedaagde (hierna: het bestreden vonnis).
3.Feiten
“Incassokosten komen boven op uw vordering. Deze komen voor de rekening van de
“ 29. Aan de cliënt wordt het volgende in rekening gebracht:
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
‘U betaalt nog steeds niets, de incassokosten moeten worden betaald door uw debiteur. Het is wettelijk bepaald dat de kosten bij het ingediende bedrag komen.’de indruk dat eventuele kosten volledig op de ex-echtgenoot van [geïntimeerde] zouden worden verhaald. Ook op een later moment is [geïntimeerde] niet over het inhouden van kosten door Juristu geïnformeerd. Juristu heeft in haar brief van 28 juli 2020 wel kosten van het voeren van een gerechtelijke procedure opgesomd, maar een gerechtelijke procedure was niet nodig omdat [geïntimeerde] al over een executoriale titel beschikte. Toen Juristu daar via de deurwaarder achter kwam, heeft zij het in verband met die (niet meer noodzakelijke) procedure gevraagde voorschot zonder verdere toelichting bij [geïntimeerde] in rekening gebracht op grond van verder onbenoemde en niet gespecificeerde deurwaarderskosten. [geïntimeerde] betaalde het voorschot maar ging er vanuit - zo blijkt uit haar e-mail van 28 juli 2020 (zie onder 3.7) - dat alle kosten voor rekening van haar ex-echtgenoot zouden komen.