In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 2 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1992, had hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis, maar heeft geen schriftelijke grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren geuit. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters W.S. Ludwig, H.A. van Eijk en M.C. van der Mei aanwezig waren. De griffier, N.M. Simons, was ook aanwezig tijdens de openbare terechtzitting. Het arrest is uitgesproken op dezelfde dag als de zitting.