ECLI:NL:GHAMS:2025:1231
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, waarin zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het beroepschrift is op 13 maart 2025 ingediend, en de zitting vond plaats op 8 april 2025. Tijdens de zitting heeft [appellant], bijgestaan door zijn advocaat mr. D.A. IJpelaar, zijn standpunt toegelicht. Hij betoogde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat hij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet naar behoren zou nakomen. [appellant] stelde dat hij in een leerproces zat en dat hij zijn financiële situatie had verbeterd door een WIA-uitkering te ontvangen.
Het hof heeft de argumenten van [appellant] beoordeeld en vastgesteld dat hij niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in staat is om de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling na te komen. Het hof erkende de bereidheid van [appellant] om zijn schuldenproblematiek aan te pakken, maar oordeelde dat de situatie nog niet stabiel genoeg was. De schuldhulpverlener had negatief geadviseerd over zijn toelatingsverzoek, en er waren zorgen over zijn financiële stabiliteit. Het hof concludeerde dat zonder professionele hulp het vertrouwen ontbrak dat [appellant] de verplichtingen zou kunnen nakomen.
Uiteindelijk heeft het hof het bestreden vonnis van de rechtbank bekrachtigd, maar gaf het [appellant] de mogelijkheid om in de toekomst opnieuw een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling in te dienen als zijn situatie verbetert.