Uitspraak
Onderzoek van de zaak
hierna:Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 februari 2021 tot en met 7 maart 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door gedurende deze periode (telkens) (anoniem) telefonisch te bellen en/of (telkens) via Instagram of (nep)account(s) van Snapchat en/of (een) ander(e) social media kana(a)l(en) berichten en/of filmpjes te sturen naar voornoemde [slachtoffer] , waarin hij - onder meer - aangeeft zichzelf om te brengen en/of (telkens) voor het huis van voornoemde [slachtoffer] te verschijnen en/of (telkens) geschenken op haar balkon achter te laten en/of (telkens) haar op school op te wachten met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
hij op of omstreeks 12 maart 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] , heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door naar voornoemde [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] te spugen en/of die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] de woorden toe te voegen: "1 op 1 op straat, maak ik jullie allemaal af", althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal van verhoor aangever met proces-verbaalnummer PL1300-2021052794-5 van 12 maart 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , ongenummerd.
[benadeelde 1] :
het hof begrijpt:) te Amsterdam. De arrestant [verdachte] zat in de cel. Op enig moment begon hij tegen mij te schelden. Ik heb mijn collega’s [benadeelde 2] en [benadeelde 3] erbij geroepen. Ik hoorde dat [verdachte] zei: “1 op 1 op straat maak ik jullie allemaal af”. Ik voelde mij ernstig bedreigd.
Een proces-verbaal van verhoor aangever met proces-verbaalnummer PL1300-2021052794-2 van 12 maart 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , ongenummerd.
[benadeelde 2] :
Een proces-verbaal van verhoor aangever met proces-verbaalnummer PL1300-2021052794-3 van 12 maart 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] , ongenummerd.
[benadeelde 3] :
het hof begrijpt:) te Amsterdam. [verdachte] begon te schreeuwen en was tegen ons aan het schelden. [verdachte] heeft naar mij geroepen: “Ik maak jullie allemaal 1 voor 1 af”. Ik voelde mij hierdoor zeer bedreigd.
Bewezenverklaring
in de periode van 15 februari 2021 tot en met 7 maart 2021 te Amsterdam, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door gedurende deze periode telkens via Instagram of accounts van Snapchat en andere sociale mediakanalen berichten en filmpjes te sturen naar [slachtoffer] , waarin hij - onder meer - aangeeft zichzelf om te brengen, en telkens voor het huis van [slachtoffer] te verschijnen en een geschenk op haar balkon achter te laten en haar op school op te wachten, met het oogmerk [slachtoffer] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en vrees aan te jagen.
hij op 12 maart 2021 te Amsterdam, [benadeelde 1] en [benadeelde 2] en [benadeelde 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door [benadeelde 1] en [benadeelde 2] en [benadeelde 3] de woorden toe te voegen: "1 op 1 op straat, maak ik jullie allemaal af".
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van maatregelen
hierna: de tbs-maatregel) met voorwaarden opgelegd, welke voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn verklaard.
hierna: dwangverpleging) van ongemaximeerde duur en de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr wordt opgelegd.
gemengdepersoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en borderline kenmerken is volgens deze deskundigen waarschijnlijk maar kan op dit moment niet met zekerheid gesteld worden. Er is ook sprake van een stoornis in cannabisgebruik. De pathologie heeft volgens de deskundigen doorgewerkt in zowel feit 1 als in feit 3, zodat wordt geadviseerd deze feiten, indien bewezen, in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. Het risico op vergelijkbaar delictgedrag, zoals stalking en bedreiging, wordt als (zeer) hoog ingeschat. De verdachte is persisterend in zijn stalkinggedrag en laat zich weinig gelegen aan externe begrenzing. Gelet op het voorgaande zijn de deskundigen van mening dat op basis van de vastgestelde pathologie, het hardnekkige en recidiverende karakter van het door de verdachte vertoonde gedrag en het als hoog ingeschatte recidiverisico, een langdurige, intensieve, klinische behandeling binnen een forensische setting, gericht op zijn persoonlijkheidspathologie, aangewezen is. Alleen op die wijze zal het recidiverisico voldoende kunnen worden teruggebracht. Inmiddels is gebleken dat de verdachte zich bij herhaling niet aan de hem gestelde voorwaarden heeft kunnen houden. De deskundigen schatten daarom in dat een voorwaardelijk kader niet haalbaar zal zijn. Zij adviseren tot oplegging van een tbs-maatregel met verpleging van overheidswege.
Verbeurdverklaring
hierna: BW). Als – voor zover hier van belang – bij een benadeelde partij geen sprake is van lichamelijk letsel of van schade in zijn eer of goede naam, dient de benadeelde partij ‘op andere wijze’ in zijn persoon te zijn aangetast, wil zij aanspraak kunnen maken op vergoeding van immateriële schade. Van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Voor het aannemen van een persoonsaantasting is niet voldoende dat sprake is geweest van meer of minder sterk psychisch onbehagen of een zich gekwetst voelen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperkingop.
bevel tot dadelijke uitvoerbaarheidvan de voorwaarden en het uit te oefenen toezicht.