Het standpunt van de man komt er – kort gezegd – op neer dat hij onder invloed van dwaling tot erkenning is bewogen. Ten tijde van de erkenning aarzelde hij niet over zijn verwekkerschap. De vrouw had hem verzekerd dat hij de biologische vader van het kind was. De vrouw heeft hem pas na de uitslag van een DNA test in oktober 2021 verteld dat zij in het conceptietijdvak ook met een andere man dan wel andere mannen gemeenschap heeft gehad. Indien hij had geweten dat hij mogelijk niet de biologische vader was, had hij het kind nooit erkend voordat hij over het vaderschap duidelijkheid zou hebben verkregen, bijvoorbeeld via een prenatale vaderschapstest, aldus de man. De man heeft in de toelichting op grief 4 zijn beroep op dwaling nader uiteengezet.
Ter zitting in hoger beroep heeft de man onder meer nog het volgende verklaard. Hij heeft de moeder in 2020 leren kennen in de Congolese kerk in [plaats A] tijdens een bijbelstudie van [de pastoor] . De pastoor heeft de man toen voorgesteld aan de moeder. De moeder was nieuw bij de kerk en ook net aangekomen in Nederland. In het weekend van 19 en 20 december 2020 is de moeder met ‘ [X] ’ ( [X] ) naar het huis van de man gekomen. [X] had aan de man gevraagd of hij samen met de moeder naar de man mocht komen. De moeder verbleef op dat moment in [Y] en [X] zei dat de moeder daar een moeilijke tijd doormaakte. De moeder en [X] zijn vervolgens in het weekend van 19 en 20 december 2020 samen naar het huis van de man gekomen. De man heeft [X] op zaterdag 19 december 2020 naar de bushalte gebracht, omdat [X] nog een andere afspraak had. [X] heeft de man toen verteld dat hij seks met de moeder mocht hebben. Hij zag [X] als een goede raadgever en vertrouwde hem. De moeder is alleen in het weekend van 19 en 20 december 2020 bij de man thuis geweest. Er is nooit sprake geweest van een amoureuze relatie tussen de man en de moeder.
[X] heeft de man telefonisch verteld dat de moeder zwanger was van hem. [X] zei dat de moeder de man niet zelf belde omdat zij zijn telefoonnummer niet had. Later heeft de moeder de man wel zelf gebeld en hem verteld dat zij zwanger was. Zij vertelde dat de man de vader van het kind was en dat zij in september 2021 zou bevallen. De man heeft nooit iets gehoord over het voornemen van de moeder om abortus te laten uitvoeren. Zowel de moeder als [X] hebben hem hierover niets verteld.
De man had geen reden om te twijfelen aan zijn vaderschap. Hij was trots op het feit dat hij vader zou worden. De moeder had de man verteld dat het ongeboren kind na zes maanden zwangerschap erkend kan worden. De man heeft daarom tijdens de zwangerschap een afspraak bij de gemeente gemaakt om het kind te erkennen. De man had een treinkaartje voor de moeder gekocht, zodat zij naar de afspraak kon komen. De moeder is niet verschenen op de eerste afspraak. Er is daarna een tweede afspraak gemaakt. [in] 2021 heeft de man samen met de moeder het ongeboren kind erkend.
De man was niet op de hoogte van de verhuizing van de moeder tijdens de zwangerschap.
Rond de geboorte van [minderjarige 1] kreeg de man twijfels over zijn verwekkerschap. [minderjarige 1] is [in] 2021 geboren, terwijl de moeder tegen de man had gezegd dat zij in september 2021 zou bevallen. De man heeft daarom [in] 2021, direct na de geboorte, een DNA-test besteld. Uit deze DNA-test bleek dat de man niet de biologische vader van [minderjarige 1] is. Na deze uitslag heeft de moeder verteld dat zij ook seksuele relaties met andere mannen had. Daarvóór heeft de moeder hem nooit verteld dat zij contact had gehad met andere mannen. Later heeft de moeder tegen de man gezegd dat de biologische vader van [minderjarige 1] in [plaats C] zou wonen.
De man is van mening dat de moeder hem heeft misleid, zodat [minderjarige 1] de Nederlandse nationaliteit zou krijgen, en de moeder dientengevolge een verblijfsvergunning zou krijgen. De moeder was uitgeprocedeerd tijdens haar zwangerschap. Zij kon alleen een verblijfsvergunning krijgen als haar kind de Nederlandse nationaliteit zou krijgen. De man was hiervan niet op de hoogte toen hij [minderjarige 1] erkende.