ECLI:NL:GHAMS:2024:947
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlof tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis tussen GPGC LIMITED en THE GOVERNMENT OF THE REPUBLIC OF GHANA
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van GPGC LIMITED (hierna: GPGC) tot verlof tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis. GPGC, een Ghanees energiebedrijf, had een geschil met de overheid van Ghana over de uitvoering van een 'Emergency Purchase Agreement' die op 3 juni 2015 was gesloten. Ghana had de overeenkomst voortijdig opgezegd, waarna GPGC een arbitrageprocedure had aangespannen. Op 26 januari 2021 werd een arbitraal vonnis gewezen, waarin GPGC in het gelijk werd gesteld en Ghana werd veroordeeld tot betaling van een aanzienlijke schadevergoeding. GPGC verzocht het hof om verlof tot tenuitvoerlegging van dit arbitraal vonnis in Nederland, aangezien Ghana niet was verschenen in de procedure. Het hof oordeelde dat het verzoek aan de formele vereisten voldeed en dat er geen gronden waren voor weigering van erkenning en tenuitvoerlegging. Het hof verleende GPGC het gevraagde verlof en veroordeelde Ghana in de kosten van de procedure.