Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Amsterdam op/aan de Klaprozenweg, op of omstreeks 8 oktober 2018 de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1]) letsel en/of schade was toegebracht;
hij op of omstreeks 8 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg (Klaprozenweg), zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
hij op of omstreeks 19 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit is gepleegd, te weten diefstal (van een personenauto, merk Smart) door een onbekend persoon, wetende dat dat strafbare feit niet is gepleegd.
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van een verweer
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
Bewezenverklaring
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Amsterdam op de Klaprozenweg, op 8 oktober 2018 de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1]) letsel en schade was toegebracht;
hij op 8 oktober 2018 te Amsterdam als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg (Klaprozenweg), zonder dat aan hem door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde;
hij op 19 oktober 2018 te Amsterdam aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit is gepleegd, te weten diefstal van een personenauto, merk Smart, door een onbekend persoon, wetende dat dat strafbare feit niet is gepleegd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
220 (tweehonderdtwintig) dagen.
120 (honderdtwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van
een proeftijd van 2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
1 (één) jaar.
hechtenisvoor de duur van
4 (vier) weken.