ECLI:NL:GHAMS:2024:922
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van gezinsproblematiek en opvoedingssituatie
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die uit huis zijn geplaatst bij hun vader zonder gezag. De gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om de kinderen (deels) uit huis te plaatsen bij een netwerkpleeggezin, in dit geval de oom, vanwege zorgen over de opvoedsituatie. De GI is van mening dat de vader onvoldoende zorg en regelmaat kan bieden, wat leidt tot een onveilige situatie voor de kinderen. Het hof heeft echter geoordeeld dat er op dit moment geen acute onveiligheid is voor de kinderen, gezien de voorzichtig positieve ontwikkelingen in de thuissituatie van de ouders. De moeder heeft stappen gezet in haar herstel van alcoholproblematiek en de vader heeft hulpverlening ingeschakeld. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarbij het belang van de kinderen voorop staat. Het hof benadrukt dat er duidelijke afspraken moeten worden gemaakt over de zorg voor de kinderen en dat de ouders zich aan deze afspraken moeten houden. De vader heeft verzocht om de GI te veroordelen in de proceskosten, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen en de kosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.