ECLI:NL:GHAMS:2024:908

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2024
Publicatiedatum
12 april 2024
Zaaknummer
200.291.433/01OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot mededelingen uit onderzoeksverslag in enquêteprocedure

Op 12 april 2024 heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van Beheersmaatschappij Johema B.V. en andere betrokken vennootschappen. Deze beschikking betreft een verzoek om machtiging tot het doen van mededelingen uit een onderzoeksverslag dat eerder was neergelegd ter griffie. Het onderzoeksverslag, dat op 4 april 2024 ter inzage is gelegd, is het resultaat van een eerder bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de betrokken vennootschappen. De voorzitter van de Ondernemingskamer heeft in deze beschikking overwogen dat het belang van de verzoeker, [G c.s.], bij het kunnen doen van mededelingen uit het verslag opweegt tegen het belang van de onderzochte rechtspersonen bij vertrouwelijkheid. De verzoekers hebben aangegeven dat zij de mededelingen nodig hebben ter ondersteuning van hun standpunten in lopende gerechtelijke procedures, en de betrokken vennootschappen hebben geen bezwaar gemaakt tegen het verzoek. De voorzitter heeft daarom besloten om de machtiging te verlenen, zodat [G c.s.] mededelingen kan doen uit het verslag, voor zover dit redelijkerwijs nodig is ter toelichting op hun stellingen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.291.433/01 OK
beschikking van de voorzitter van de Ondernemingskamer van 12 april 2024
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A B.V.],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. J.L van Maanen,beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEHEERSMAATSCHAPPIJ JOHEMA B.V.,
gevestigd te Budel,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A B.V.],
gevestigd te [....] ,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mr. R.J.W. Analbersen
mr. J.L. van Maanen, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonend te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C B.V.],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. M.H.J. van Rest, kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
3. de vennootschap naar Belgisch recht,
SPYKE N.V.,
gevestigd te Hamont-Achel, België,
BELANGHEBBENDE,
niet bij advocaat verschenen,
e n t e g e n

4.[D] ,

wonend te [....] ,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E B.V.],
gevestigd te [....] ,
6. de vennootschap naar Belgisch recht
STERU N.V.,
gevestigd te Pelt, België,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. W.L.H. Aertsen
mr. R.A.M.D. Smit, beiden kantoorhoudende te Eindhoven,
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoeksters ieder afzonderlijk als Johema en [A B.V.] , gezamenlijk als
Johema c.s., en – als voorwerp van deze enquêteprocedure – als de Vennootschappen;
  • belanghebbende sub 1 als [B] ;
  • belanghebbende sub 2 als [C B.V.] ;
  • belanghebbenden sub 1 en sub 2 gezamenlijk als [F c.s.] ;
  • belanghebbende sub 3 als Spyke;
  • belanghebbende sub 4 als [G c.s.] ;
  • belanghebbende sub 5 als [E B.V.] ;
  • belanghebbende sub 6 als Steru;
  • belanghebbenden sub 4 t/m 6 gezamenlijk als [G c.s.] ;
  • mr. P.D. Olden als Olden;
  • W.L. Meijer als Meijer;
  • mr. P.W. Schreurs als Schreurs.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 12 mei 2021, 20 mei 2021, 27 oktober 2022, 31 augustus 2023, 16 oktober 2023, 11 januari 2024, 28 maart 2024 en 4 april 2024 in deze zaak.
1.2
Bij die beschikkingen heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Johema c.s., bepaalde onmiddellijke voorzieningen getroffen en Olden benoemd teneinde het onderzoek te verrichten.
1.3
Het onderzoeksverslag met bijlagen is op 4 april 2024 ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd. Bij de beschikking van 4 april 2024 heeft de Ondernemingskamer bepaald dat het onderzoeksverslag aldaar ter inzage ligt voor belanghebbenden.
1.4
Bij e-mailbericht van 10 april 2024 heeft mr. Smit namens [G c.s.] de voorzitter van de Ondernemingskamer verzocht [G c.s.] op voet van artikel 2:353 lid 3 BW te machtigen mededelingen te doen uit het onderzoeksverslag in het kader van i) de uittredingsprocedure lopende bij de rechtbank Oost-Brabant; ii) de uitstotingsprocedure die in België is gestart; en iii) het raadplegen van eigen deskundigen.
1.5
Bij e-mailbericht van 10 april 2024 hebben mrs. Analbers en Van Maanen namens de Vennootschappen medegedeeld geen bezwaren te hebben tegen inwilliging van het namens [G c.s.] gedane verzoek.

2.De gronden van de beslissing

2.1.
Op grond van artikel 2:353 lid 3 BW is het aan anderen dan de rechtspersoon verboden mededelingen aan derden te doen uit het onderzoeksverslag, voor zover dat niet voor iedereen ter inzage ligt, tenzij zij daartoe door de voorzitter van de Ondernemingskamer zijn gemachtigd. Tot het onderzoeksverslag horen ook de daartoe behorende bijlagen. In deze zaak heeft de Ondernemingskamer bij beschikking van 4 april 2024 bepaald dat het onderzoeksverslag ter inzage ligt voor belanghebbenden.
2.2.
De voorzitter van de Ondernemingskamer overweegt dat het bij het beoordelen van een machtigingsverzoek erop aankomt of het belang van verzoeker bij het kunnen doen van mededelingen uit het onderzoeksverslag opweegt tegen het door artikel 2:353 lid 3 BW beschermde belang van de onderzochte rechtsperso(o)n(en) bij vertrouwelijkheid van het onderzoeksverslag.
2.3.
Het belang van [G c.s.] bij het verkrijgen van de verzochte machtiging is hier dat zij mededelingen uit het verslag willen doen voor het onderbouwen van hun standpunt(en) in lopende gerechtelijke procedures. De Vennootschappen hebben laten weten dat zij geen bezwaar hebben tegen het machtigingsverzoek dat namens [G c.s.] is gedaan. De voorzitter van de Ondernemingskamer zal de verzochte machtiging daarom verlenen op de hierna te vermelden wijze.

3.De beslissing

De voorzitter van de Ondernemingskamer:
machtigt [G c.s.] aan derden mededelingen te doen uit het verslag van het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van [A B.V.] en Beheersmaatschappij Johema B.V., zoals neergelegd ter griffie van de Ondernemingskamer op 4 april 2024, voor zover redelijkerwijs nodig is ter toelichting op en/of ondersteuning van bewijs van haar stellingen in het kader van:
de uittredingsprocedure bij de rechtbank Oost-Brabant;
de uitstotingsprocedure in België;
de raadpleging van eigen deskundigen.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. N.E.M. Keereweer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2024.