ECLI:NL:GHAMS:2024:887

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
10 april 2024
Zaaknummer
200.327.963/01OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest inzake de vaststelling van het budget voor waarderingsonderzoek in het kader van uitkoop van aandelen

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 9 april 2024 een arrest gewezen in het kader van een uitkoopprocedure. Eiseres, Alychlo N.V., heeft een vordering ingediend tegen SnowWorld N.V. en andere aandeelhouders met betrekking tot de overdracht van aandelen. In een eerder tussenarrest van 23 januari 2024 is vastgesteld dat Alychlo ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van SnowWorld bezit en dat de vordering tot overdracht van de aandelen kan worden toegewezen. De Ondernemingskamer heeft een deskundige aangesteld om het onderzoeksbudget voor de waardering van de aandelen vast te stellen. De deskundige heeft op 1 maart 2024 een plan van aanpak en begroting van de kosten ingediend, waarover partijen hebben gecommuniceerd. Alychlo heeft bezorgdheid geuit over de hoogte van het onderzoeksbudget, dat aanvankelijk was vastgesteld op € 90.840,75 inclusief btw, en heeft verzocht om matiging van dit bedrag. Na overleg heeft de deskundige een aangepast budget voorgesteld van € 68.250 exclusief btw, wat door de Ondernemingskamer als redelijk werd beschouwd. De Ondernemingskamer heeft vervolgens besloten dat het maximale bedrag voor het onderzoek € 68.250 exclusief btw zal zijn en heeft de zaak verwezen naar de Eerste Enkelvoudige Kamer voor verdere behandeling op 9 juli 2024. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer : 200.327.963/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 9 april 2024
inzake
de rechtspersoon naar het recht van België,
ALYCHLO N.V.,
gevestigd te Merelbeke, België,
EISERES,
advocaten:
mrs. J. W. de Groot, A.R.T. Kroonen
J. M. van der Kooij, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de naamloze vennootschap
SNOWWORLD N.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
advocaten:
mr. R.G. J. de Haanen
mr. D.H. Tilanus, kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

2 [A] ,

wonende te [....] ,

3 [B] ,

wonende te [....] ,
advocaat:
mr. T.G.G. Raijmakers, kantoorhoudende te Eindhoven,
e n t e g e n
4.
DE GEZAMENLIJKE, NIET BIJ NAAM BEKENDE, HOUDERS VAN AANDELEN IN HET GEPLAATSTE KAPITAAL VAN DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP SNOWWORLD N.V.,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,
niet verschenen,
GEDAAGDEN.
Eiseres wordt hierna Alychlo genoemd. Gedaagden worden respectievelijk SnowWorld, [A] , [B] en de overige aandeelhouders genoemd. [A] en [B] worden hierna gezamenlijk ook [C c.s.] genoemd.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar arrest in deze zaak van 23 januari 2024 (hierna: het tussenarrest).
1.2
In het tussenarrest heeft de Ondernemingskamer overwogen dat Alychlo op de dag van dagvaarding voor eigen rekening ten minste 95% van het geplaatste kapitaal van SnowWorld verschafte, dat zowel SnowWorld als de overige niet bij naam bekende aandeelhouders op de juiste wijze zijn gedagvaard en dat een afwijzingsgrond op de voet van artikel 2:92a lid 4 BW zich niet voordoet, zodat de vordering van Alychlo tot overdacht van de aandelen kan worden toegewezen. Ten behoeve van de vaststelling van de door Alychlo te betalen prijs voor de over te dragen aandelen heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen door drs. M.J.J. van Prooijen RV (hierna: de deskundige) en de deskundige verzocht om een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te sturen.
1.3
Op 1 maart 2024 heeft de deskundige zijn plan van aanpak met begroting van de kosten van het onderzoek aan de Ondernemingskamer gestuurd.
1.4
Bij e-mailbericht van 15 maart 2024 hebben [C c.s.] medegedeeld akkoord te zijn met het plan van aanpak van de deskundige.
1.5
Bij akte uitlating kostenbegroting deskundige van 19 maart 2024 heeft SnowWorld zich gerefereerd aan het oordeel van de Ondernemingskamer ten aanzien van de vaststelling van het onderzoeksbudget.
1.6
Bij akte uitlating kostenbegroting deskundige van 19 maart 2024 heeft Alychlo verzocht duidelijkheid te verkrijgen omtrent het onderzoeksbudget, nu bij een tijdsbesteding van 273 uur en een uurtarief van € 250 (excl. btw) niet duidelijk is hoe gekomen kan worden tot een totaal bedrag van € 90.840,75 (incl. btw), immers komt 273 x € 250 x 1,21 (btw) op een totaal van € 82.582,50 (incl. btw). Daarnaast heeft Alychlo verzocht het onderzoeksbudget te matigen en vast te stellen op € 50.000 (excl. btw).
1.7
Desgevraagd heeft de deskundige op 29 maart 2024 een nadere toelichting gegeven op de in zijn plan van aanpak opgenomen uren- en kostenbegroting. Hieruit volgt dat de urenbegroting in het plan van aanpak is verwerkt tegen het sinds 1 januari 2024 geldende “blended” uurtarief van € 275 (excl. btw) maar dat per abuis in de toelichting het “blended” uurtarief geldend in 2023, zijnde € 250, is blijven staan. Als oplossing stelt de deskundige voor het “blended” uurtarief van € 250 (excl. btw) te hanteren. De gewijzigde kostenbegroting luidt dan 273 uur bij een “blended” uurtarief van € 250 (excl. btw) komende op een totaal van € 68.250 (excl. btw).

2.De gronden van de beslissing

2.1
De deskundige heeft het aantal uren dat het onderzoek in beslag zal nemen begroot op 273 uur en opgave gedaan van (de samenstelling van) zijn uurtarief en van het door hem in te schakelen team. De deskundige heeft de totale kosten van het onderzoek begroot op (273 uren tegen een “blended” uurtarief € 250 (excl. btw)=) € 68.250 excl. btw.
2.2
Deze begroting komt de Ondernemingskamer, mede gelet op de specifieke omstandigheden van dit geval waaronder de aard en de omvang van de door SnowWorld gedreven onderneming, niet onredelijk voor. De Ondernemingskamer ziet dan ook geen aanleiding deze kosten te matigen. De Ondernemingskamer zal het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vaststellen op het door de deskundige begrote bedrag van € 68.250 exclusief btw.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 68.250, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
verwijst de zaak naar de terechtzitting van de Eerste Enkelvoudige Kamer voor de Behandeling van Burgerlijke Zaken (rol van de Ondernemingskamer) van dinsdag 9 juli 2024 voor de indiening van het deskundigenbericht;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. W.A.H. Melissen en mr. A.P. Wessels, raadsheren, en W. Wind en drs. G.A.J. Dubbeld, raden, in tegenwoordigheid van mr. N.E.M. Keereweer, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 9 april 2024.