ECLI:NL:GHAMS:2024:863

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
8 april 2024
Zaaknummer
200.292.320/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Funda B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 22 februari 2024 een beschikking gegeven inzake het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Funda B.V. Dit onderzoek was bevolen op 10 februari 2022, waarbij mr. H.M. de Mol van Otterloo was aangesteld als onderzoeker. De Ondernemingskamer ontving op 12 februari 2024 een verslag van de onderzoeker, waarin werd gemeld dat partijen een minnelijke regeling hadden getroffen en dat er geen behoefte meer was aan voortzetting van het onderzoek. De onderzoeker stelde voor om de zaak te royeren.

Verschillende advocaten, waaronder mr. Van Borssum Waalkes en mr. Van Kippersluis, hebben namens hun cliënten verzocht om het onderzoek te beëindigen. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er geen belangen zijn die zich tegen de beëindiging van het onderzoek verzetten. Daarom heeft de Ondernemingskamer besloten het onderzoek te beëindigen met ingang van de datum van de beschikking.

De beschikking is gegeven door een panel van rechters, waaronder de voorzitter mr. A.W.H. Vink, en is in het openbaar uitgesproken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.292.320/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 22 februari 2024
inzake
1. de vereniging
FUNDABELANG,
gevestigd te Utrecht,
2.
[A],
wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
4.
[C],
wonende te [....] ,
5.
[D],
wonende te [....] ,
6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[E],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. H.H. Tan, kantoorhoudende te Utrecht,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUNDA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER,
advocaten:
mrs. S.P. Kamerbeek,
C.N. van Doorenen
K. Notenboom,allen kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NVM HOLDING B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
2. de vereniging
NEDERLANDSE COÖPERATIEVE VERENIGING VAN MAKELAARS EN TAXATEURS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM U.A.,
gevestigd te Nieuwegein,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mrs. R. Klashorsten
P.P.M. van Kippersluis, beiden kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n
3. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR FUNDA,
gevestigd te Nieuwegein,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mrs. J. van Borssum Waalkesen
M. Deckers, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeksters sub 1 tot en met sub 6 gezamenlijk als FundaBelang c.s.;
  • verweerster als Funda;
  • belanghebbenden sub 1 en sub 2 gezamenlijk als NVM Holding c.s.;
  • belanghebbende sub 3 als STAK Funda.

1.Het verloop van het geding

1.1
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 10 en 14 februari 2022 en 21 maart 2022 in deze zaak.
1.2
Bij de beschikkingen van 10 en 14 februari 2022 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Funda over de periode vanaf 22 september 2016 en mr. H.M. de Mol van Otterloo te Amsterdam benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Bij beschikking van 21 maart 2022 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld.
1.3
De onderzoeker heeft laatstelijk bij e-mail van 12 februari 2024 aan de Ondernemingskamer verslag gedaan van de stand van zaken. Hij heeft gemeld dat partijen een minnelijke regeling hebben getroffen waaraan inmiddels uitvoering is gegeven, waardoor aan de bezwaren die de Ondernemingskamer ertoe hebben gebracht een onderzoek te bevelen is tegemoetgekomen. Volgens de onderzoeker hebben partijen hem laten weten dat zij geen behoefte meer hebben aan hervatting van het onderzoek. Omdat de onderzoeker ook zelf geen belang bij voortzetting meer ziet, zou de zaak wat hem betreft kunnen worden geroyeerd. De onderzoeker heeft gemeld dat hij zijn verslag ook aan partijen zal sturen.
1.4
Vervolgens heeft de Ondernemingskamer e-mailberichten ontvangen:
  • op 12 februari 2024 van mr. Van Borssum Waalkes, waarin hij onder verwijzing naar voormeld verslag van de onderzoeker namens STAK Funda heeft verzocht het onderzoek te beëindigen, om redenen zoals door de onderzoeker uiteengezet;
  • op 12 februari 2024 van mr. Van Kippersluis, waarin hij in vervolg op het verslag van de onderzoeker namens NVM Holding c.s. heeft verzocht het onderzoek te beëindigen zonder een kostenveroordeling uit te spreken, hetgeen overeenstemt met de tussen partijen gemaakte afspraken;
  • op 12 februari 2024 van mr. Kamerbeek, waarin hij zich namens Funda aansluit bij voormelde verzoeken van STAK Funda en NVM Holding c.s.;
  • op 13 februari 2024 van mr. Kooiman, kantoorgenoot van mr. Tan, waarin zij kenbaar heeft gemaakt dat FundaBelang c.s. zich aansluiten hij het verzoek het onderzoek te beëindigen.

2.De gronden van de beslissing

Nu de onderzoeker kenbaar heeft gemaakt dat de zaak zou kunnen worden geroyeerd, omdat partijen – op grond van een tussen hen bereikte overeenstemming die inmiddels is geëffectueerd – geen behoefte meer hebben aan hervatting van het onderzoek en hij daar zelf ook geen belang meer in ziet, partijen in aansluiting daarop eenparig de Ondernemingskamer hebben verzocht het onderzoek te beëindigen en de Ondernemingskamer voorts niet is gebleken van enig belang dat zich tegen toewijzing van het verzoek verzet, zal de Ondernemingskamer het op 10 februari 2022 bevolen onderzoek beëindigen met ingang van heden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beëindigt, met ingang van heden, het bij de beschikking van 10 februari 2022 door de Ondernemingskamer bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Funda B.V.;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. A.J. Wolfs en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en prof. dr. mr. S. ten Have en dr. M.J.R. Broekema RV, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof en mr. N.E.M. Keereweer, griffiers, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2024.